Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

DELPHI

betekenis & definitie

in het Grieks Delphoi, stad in het Oudgriekse landschap Phokis, aan de voet van de Parnassos en aan de helling van een diepe kloof, waar de Pleistos (thans Xeropotami) doorheen stroomt. De naam beduidt „moederschoot”; men vereerde er in oorsprong de (vruchtbare) aarde (Gaia) of Themis, eveneens een aardgodin, en later Apollo.

De dienst van de laatste (als Apollo Delphinios) zou er gebracht zijn door Kretenzische schippers onder leiding van Apollo en de oude naam van de plaats Py tho zou toen veranderd zijn in Delphi naar de dolfijnengestalte, waarin de Kretenzers veranderd waren. Apollo doodde de draak, die het heiligdom bewaakte (men vat dit op als een verdrijving van de oude verering van Gaia-Themis, of, beter, als de verdrijving van de winter door de lente; om deze laatste reden zouden dan de Delphische spelen, de Pythia, gevierd zijn). Sinds oude tijden bevond zich te Delphi een heiligdom, beroemd om het orakel. Dit werd gegeven in het adyton (allerheiligste, eigenlijk ontoegankelijke plaats), waar de Pythia, een oude vrouw, zat op een drievoet boven een spleet in de aarde, waaruit een luchtstroom opsteeg (in de tempel is zulk een spleet niet gevonden, wel echter zijn er zulke spleten in de omgeving). De klanken, die zij, in vervoering gebracht, uitstootte, werden dan door de priesters tot orakels vertolkt, die in versvorm werden gegeven.

Zowel particulieren als staten en koningen vroegen er om raad; Delphi had dan ookdikwijls invloed op de politiek (beroemd zijn de orakels aan de Spartaanse wetgever Lykourgos, die als ,,god” zou zijn begroet, aan de Lydische koning Croesus, die er moed uit putte (ten onrechte) om tegen Cyrus van Perzië op te trekken, en aan Themistokles, wie geraden werd, dat Athene zich tegen de Perzen achter houten muren moest verdedigen, hetgeen door hem als een bescherming door de vloot werd uitgelegd).Talloze wijgeschenken werden door de vereerders van Apollo aan de tempel geschonken (beroemd zijn de gouden schatten, door Croesus gezonden; de drievoet, door de Grieken na de slag bij Plataeae gewijd, e.a.).

Het heiligdom te Delphi werd beheerd door het college van de Amphiktionen, samengesteld uit gedelegeerden van verschillende Griekse staten. Delphi zelf stond oorspronkelijk onder heerschappij van de naburige stad Krisa, doch bevrijdde zich door de eerste Heilige Oorlog. In de tweede bevrijdde het zich van de heerschappij van Phokis. Gevaarlijk was de derde Heilige Oorlog tegen Phokis; diens aanvoerder Philomelos plunderde het heiligdom (356).

Koning Philippos van Macedonië bevrijdde het, maar kreeg hierdoor de 2 stemmen van Phokis in de Raad van de Amphiktionen en op die wijze invloed in Griekenland. Een volgende Heilige Oorlog tegen Amphissa versterkte die invloed (deze oorlogen vonden meest hun aanleiding in het bebouwen van tempelland door de bewoners van Phokis of andere stammen). Bij de inval van de Kelten in Griekenland bleef Delphi gespaard, naar het heet door de hulp van Apollo. Van 300-189 stond Delphi onder de Aetoliërs.

Rome bevrijdde het. Sulla roofde er echter vele wijgeschenken en het heiligdom ging steeds meer achteruit. In de Romeinse keizertijd leefde het weer op. Vooral Nero, Traianus en Hadrianus begunstigden het.

Keizer Theodosius maakte een einde aan zijn roem.

Opgravingen hebben de overblijfselen weer aan het licht gebracht. Zij zijn verricht door de Franse School te Athene. Het middelpunt vormde de grote tempel van Apollo die gebouwd werd in de 4de eeuw v. Chr.; in 548 was na een brand een nieuwe tempel opgericht, die is voltooid door de Atheense Alkmeoniden.

In 373 werd deze door een aardbeving vernield, maar door de Amphiktionen hernieuwd in Dorische stijl.

In de voorhof stonden spreuken (Ken u zelf; Niets te veel). In de tempel stond een navelvormig stenen blok (omphalos), dat voor het middelpunt der aarde werd gehouden, in waarheid echter vermoedelijk een heilige steen. Zij, die het orakel raadpleegden, reinigden zich eerst in de heilige bron Kastalia. Van de tempel is slechts de onderbouw gevonden.

Naar de tempel leidde uit het dal de geplaveide Heilige Weg, omgeven met gebouwen, schathuizen en wijgeschenken. Opgebouwd is het schathuis van de Atheners (in Dorische stijl; op de muren inscripties, o.a. van Griekse muziek), terwijl van de overige slechts fundamenten aanwezig zijn. Van belang is ook een muur van polygonale stenen. Goed bewaard zijn het theater en het hooggelegen stadion.

Het gezicht op de ruïnes, gelegen aan de voet van de donkere rotsen (Phaidriaden) met ver uitzicht over het dal, is onvergetelijk. Wegen leidden van alle kanten naar Delphi.

In het museum zijn vele beeldhouwwerken van de verschillende gebouwen bewaard. Het meest bekend is de Wagenmenner van Delphi, een bronzen beeld, afkomstig van een vierspan dat ca 475 v. Chr. is opgericht. Vermaard zijn bovendien de Kleobis, uit de tijd ca 600 v.

Chr., een der oudste Griekse beelden van levensgrote afmetingen die wij bezitten, en de Agias, de kopie naar een beeld van Lysippos uit de tijd ca 335 v. Chr. Voor de kunstgeschiedenis heeft vooral het Schathuis van Siphnos met zijn decoratie, uit de tijd ca 525 v. Chr., betekenis.

Van veel belang zijn ook de inscripties, die ons een kijk geven op de administratie van de tempel en op het Griekse leven. PROF. DR D. COHEN

Lit.: E. Bourguet, Les ruines de Delphes (1913); Idem, Delphes (1925); Ch. Picard et P. de La Goste-Messelière, La sculpture grecque a Delphes (1929); H. W.

Parke, A History of the Delphic Oracle (1939); P. de La Goste-Messelière, Delphes, photogr. de G. de Miré (1943).