Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

De vereeniging het NEDERLANDSCH TOONEEL

betekenis & definitie

(1876-1932), een toneelgezelschap in 1875 gesticht op initiatief van H. J.

Schimmel in samenwerking met A. C. Wertheim en prof. mr G. van Tienhoven. Het trad op als zgn. vaste bespeler van de Stadsschouwburg te Amsterdam tot 1932. tevens van de Koninklijke Hollandsche Schouwburg te Den Haag tot 1901 en van de Rotterdamsche Schouwburg van 1882-1885. De Amsterdamse bespeling werd onderbroken in de jaren 1879-1882 en 1890-1894 (in 1890 is de schouwburg verbrand). Tijdens beide intervallen nam het haar intrek in het Grand Théâtre in de Amstelstraat en in het seizoen 1924-1925 vond het een toevlucht in de Hollandsche Schouwburg.

De daarop volgende vijf jaren was het gezelschap niet actief. Het Nederlandsch Tooneel werd opgericht in een tijd van toneelverval en heeft gestreefd naar verbetering van het peil der voorstellingen en het repertoire; o.a. werden Shakespeare’s werken, voor het eerst door Burgersdijk uit de oorspronkelijke tekst in het Nederlands vertaald, ten tonele gebracht.Gedurende 40 jaar werd de groep geleid door een Raad van Beheer met een directeur-gérant. In 1917 koos de Raad van Beheer Eduard Verkade die reeds enige jaren lid van deze Raad was als artistiek leider. Van 1920 tot 1924 was het dr Willem Royaards die de algemene leiding op zich nam, tot hem door het gemeentebestuur de exploitatie onmogelijk werd gemaakt en hij zich in de Hollandsche Schouwburg terugtrok tot 1925.

Na vijf jaren in ruste te zijn geweest werd het gezelschap met nieuw kapitaal en onder directie van Saalborn en Verbeek wederom in exploitatie gebracht. In 1932 moest men wegens gebrek aan middelen tot opheffing besluiten. Koning Willem III verleende in 1882 de Vereeniging het recht tot het voeren van het praedicaat Koninklijk; tevens schonk Z.M. de Vereeniging een subsidie. In 1901 gaf zij met Louis Bouwmeester als Shylock enige scènes uit De Koopman van Venetië in het Théâtre Français te Parijs.

Lit.: J. H. Rössing, De Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel (Amsterdam 1916); B. Hunningher, Een Eeuw Nederlands Toneel (Amsterdam 1949).

< >