(Düna) , in het Russisch (Westelijke) Dwina genaamd, ontspringt in het Westen van Rusland, aan de westzijde van het Wolchonskiwoud, niet ver van de bronnen van de Wolga, uit het meertje Dwinetz, vloeit als een kleine beek uit het dubbele meer Ochwat-Shadenje, verlaat het als een aanzienlijke stroom en wordt reeds beneden Toropez voor vaartuigen van bijna 200 ton bevaarbaar. Zij mondt, na aan Riga te zijn voorbijgestroomd, bij Daugagriva (Dünamünde) in de Golf van Riga uit.
Zij heeft bij een lengte van 1024 km een stroomgebied van 85 401 km. Zijrivieren zijn rechts: Uswjät, Drissa, Ewst en Oger en links: Mesha, Dissna, Ulla, Bolderaa. Bij Riga bedraagt de breedte ca 600 m en de diepte van 4-8 m; de scheepvaart (meestal stroomaf!) ondervindt echter veel last van zandbanken en stroomversnellingen. In het voorjaar hebben er grote overstromingen plaats.
Door het Lepel- of Beresinakanaal staat de Oostzee met de Zwarte Zee in verbinding. In Wereldoorlog I was deze rivier (in I9i5-’i7) het toneel van hevige gevechten tussen de Russen en de Duitsers.