Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

DANEVIRKE

betekenis & definitie

is de naam van een verdedigingslinie, die in het Z. van Sleeswijk dwars over het schiereiland in de vroege middeleeuwen werd aangelegd. Zij loopt over een lengte van 17 km tussen Eckernförde en het dorp Hollingstedt aan de Treene en bestaat uit een 8-10 m hoge, uit aarde en stenen opgeworpen wal, waarvoor een gracht ligt.

Enige oude burchten, zoals de Oleburg bij Hedeby en de Thyraburg, dienen als steunpunten. De Frankische annalen vertellen op het jaar 808, dat de Deense koning Godfred een wal liet aanleggen om zich te beschermen tegen de invallen van de Duitsers en Obotriten, in het bijzonder omdat daar achter de belangrijke handelsweg liep, die van het Noordzeegebied naar de havenstad Hedeby aan de Schlei voerde. Het gehele wallensysteem kan niet door deze koning zijn aangelegd; over de volgorde van de aanleg bestaat echter geen eenstemmigheid. Gewoonlijk beschouwt men de zuidelijke wal, het Kovirke genoemd, als het oudste gedeelte; dit zou dus door Godfred zijn gemaakt, waarbij hij misschien de hulp van Friezen gehad heeft.

Toen de Duitsers zich in de 10de eeuw van het Eidergebied hadden meester gemaakt, is waarschijnlijk de meer noordelijke grenswal opgeworpen, het eigenlijke Danevirke, bestaande uit Waldemarswal en zijn verlenging naar het W. in het moerassig gebied van de zijriviertjes van de Treene. Later hadden de Denen hun macht weer meer zuidwaarts uitgebreid, toen zouden zij het wallensysteem om Hedeby (de Margaretewal) daaraan hebben toegevoegd. Andere onderzoekers menen, dat de verklaring gezocht moet worden in het Zweedse rijkje, dat zich een tijdlang om het gewichtige handelscentrum Hedeby had weten te vestigen en zich tegen Deense aanvallen moest verdedigen. In elk geval is de traditie, volgens welke de Deense koningin Thyra, ten onrechte bijgenaamd Danmarkarbót (Baat voor Denemarken), die op runenstenen van Jellinge vermeld wordt, deze wallen zou hebben doen aanleggen, niet meer dan een los vermoeden van middeleeuwse geschiedschrijvers als Saxo Grammaticus en Svend Aageson.

In de 19de eeuw is de wal nog als verdedigingslinie gebruikt, te weten in de oorlog van 1848 tussen Duitsland en Denemarken. Ofschoon de Denen na 1858 de wallen nog versterkt hadden, hebben zij in de oorlog van 1864 de stelling verlaten, daar zij niet voldoende troepen hadden om de gehele linie te bezetten.Lit.: Sophus Müller en Neergaard, Danevirke (1903); Philippsen en Sünksen, Das Dannewerk in Geschichte und Sage (2de dr., 1907); La Cour, Danevirke og Kampene paa vor Sydgraense (1924); E. Wadstein, Norden och Vast-Europa i gammal tid (1925), hfdst. V.

< >