volgens de Griekse sage zoon van de Egyptische koning Belos (z Io) en tweelingbroeder van Aigyptos, ontving de heerschappij over Libye, doch daar zijn broeder zijn 50 zonen met Danaos’ 50 dochters, de Danaïden, wilde laten huwen, vluchtte hij met zijn dochters naar Argos, waar hij door koning Pelasgos werd opgenomen. De 50 zonen van Aigyptos volgden hem en verlangden zijn dochters ten huwelijk.
Danaos echter gaf dolken aan zijn dochters, waarmede allen haar echtgenoten om het leven brachten, met uitzondering van Hypermnestra, die haar bruidegom Lynkeus spaarde. Hiervoor ondergingen de Danaïden een strenge straf in de onderwereld: zij moesten aanhoudend water scheppen in een bodemloos vat. Het vat der Danaïden vullen is ook thans nog een gezegde ter aanduiding van nutteloze arbeid. De sage van de Danaïden is door Aeschylus behandeld in een tragedie, de Hiketides (Smekenden).
