(Mal.: meer, watervlakte) komt in de Indische Archipel in aardrijkskundige namen voor. In het bijzonder duidt danau de zwaar-beboste waterrijke gebieden langs de grote rivieren op Borneo aan.
Danau is meer in het bijzonder een moerassige vlakte, in de regentijd een ondiep meer, in N.W. Bantam. Het moeras is gelegen in de krater van de lage vulkaanruïne, die het Danau-gebergte wordt genoemd. In 1921 werd 196 ha hiervan tot natuurmonument verklaard, daar het een typische moerasvegetatie en -fauna bezit; het is het „Indische Naardermeer”.
Lit.: F. H. Endert, Het natuurmonument Danau. Tectona XXV (1932).