Dago, Dagden, Hüumaa, eiland in de Oostzee, voor 1940 tot Estland behorende, ten N. van Osei gelegen en hiervan door de Sölasond gescheiden. Het heeft een oppervlakte van ruim 960 km2, is vlak en moerassig in het binnenland, maar neemt naar het N. in hoogte toe.
Op de N.O. kust bereiken beboste heuvels een hoogte van ca 27 m; de N.W. kust is lager en draagt ook minder bos. Het grote westelijke schiereiland Köpu met het voorgebergte Dagerört, is tevens het hoogste gedeelte van het eiland (59 m). Het zuidelijk deel van de westkust is laag en steekt ternauwernood boven zee uit. De bevolking telt ca 17000 inw.
Hoofdmiddelen van bestaan zijn veeteelt, akkerbouw en visvangst. Tot 1645 behoorde het eiland aan Denemarken, vervolgens aan Zweden en sedert 1721 aan Rusland; in 1918 werd het tegelijk met Estland onafhankelijk, om in 1939 weder aan Rusland te komen.