Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

DAGOBERT I

betekenis & definitie

(602-19 Jan. 639), Frankisch koning uit het geslacht der Merovingers, was de zoon van Clotarius II, die in de laatste maanden van 629 overleed. Sommige groten wilden Dagoberts jongere broeder, Charibert, tot koning uitroepen, maar Dagobert wist dit te voorkomen en door list en geweld zijn gezag in geheel het Frankische rijk te doen erkennen.

Zodra zijn macht stevig gevestigd was, bleek hij een krachtdadig en streng heerser te zijn. Hij koos Parijs uit voor zijn gewone residentie en, daar deze plaats in Neustrië lag, misnoegde Dagobert daardoor de Austrasiërs, doch zijn hardhandig optreden verhinderde elke grote opstand. De betrekkelijke vrede die in het rijk heerste liet aan Dagobert toe zich door zijn naburen te doen vrezen; hij streed met succes tegen de Gasconjers, deed zich zowel door de Westgoten als door de Langobarden eerbiedigen, maar het is vooral tegen de Slavische bevolkingen van over de Elbe dat hij optrad. Een groot rijk was daar tot stand gekomen onder de leiding van een avonturier, Samo genaamd.

Dagobert voerde herhaaldelijk oorlog tegen deze staat, doch zonder hem ten val te kunnen brengen. Hij stierf zelf op 36-jarige leeftijd en was de laatste ware koning van zijn geslacht. Na hem zou het verval van de koninklijke macht spoedig intreden.PROF. DR J. DHONDT

Lit.: Barroux, D., Roi des Francs (1938).