Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CYAAN

betekenis & definitie

is een kleurloos giftig gas met stekende reuk, van de formule (CN)2. K.pt —20,7 gr.C., sm.pt —34,4 gr.C.

Het is vrij goed oplosbaar in water. Het komt blijkens het spectrum in geringe hoeveelheden voor in de gassen in een electrische boog tussen koolspitsen in lucht en evenzo in de atmosfeer van sterren en kometen. Het kan worden bereid door de verhitting van mercuricyanide (z kwikzilver) Hg(CN)2->Hg + (CN)8. Op deze wijze werd het ook ontdekt door Gay-Lussac.

Een andere bereidingswijze is door de inwerking van oplossingen van kopersulfaat en kaliumcyanide op elkaar. Men kan zich voorstellen, dat het primair ontstane cupricyanide ontleedt in cuprocyanide en cyaan. Cyaan vertoont in zijn eigenschappen en evenzo in zijn verbindingen overeenkomst met de halogenen en het wordt daarom ook wel een pseudo-halogeen genoemd. Bij verhitting polymeriseert het tot een vaste stof, paracyaan.

De waterige oplossing scheidt vlokken af van azulminezuur.Cyaanverbindingen

zijn o.a. de cyaniden afgeleid van cyaanwaterstofzuur HCN en de cyanaten afgeleid van cyaanzuur HCNO.



Cyaanwaterstof,
blauwzuur of Pruisisch zuur (uit Berlijns of Pruisisch blauw kan het ontstaan) komt in de natuur voor in glucosiden, zoals in bittere amandelen (amygdaline), perzikpitten, laurier kersbladen, kretokbonen (Phaseolus lunatus) en Pangium edule, de laatste twee van Java. Daarnaast bevatten deze planten ook enzymen, die het blauwzuur in vrijheid stellen, zodat consumptie van grotere hoeveelheden aanleiding kan geven tot vergiftiging. Cyaanwaterstof is één van de sterkst werkende vergiften, terwijl het bovendien uiterst snel werkt, zodat hulp vaak niet meer baat. Oxyderende stoffen zoals verdunde permanganaatoplossing, aangezuurde chloorkalkoplossing of waterstofperoxyde zijn een tegengif.

Daar het specifiek de ademhalingsfermenten remt, is het voorts nodig de ademhaling te prikkelen. Zeer verdunde oplossingen (laurierkerswater) worden wel gebruikt als een middel tegen hoest.

De typische zeer sterke reuk naar bittere amandelen toont reeds de aanwezigheid van geringe sporen duidelijk aan, nog gevoeliger is de afwijkende smaak, die een brandende sigaar of sigaret verkrijgt door sporen blauwzuur in de atmosfeer. Door de binding aan aldehyden is het te verklaren, dat Rasputin na het gebruik van gebak met honig en van wijn (glucose) een grote dosis cyaankali kon weerstaan.

Cyaanwaterstof is een kleurloos gas, dat een kookpunt heeft van 26 gr. C. Het is met water mengbaar en evenals dit een goed oplosmiddel. Het vindt in dampvorm, ondanks de grote giftigheid, veel toepassing voor het ontratten van schepen, voor het ontmotten en vrij van houtworm maken van meubels, voor het doden van wandluizen in huizen en voor het vernietigen van insecten in opslagen graan en in graanmalerijen.

Toepassing is alleen geoorloofd door speciaal geoefend personeel en onder tal van voorzorgen. Het wordt tegenwoordig vaak vervangen door minder giftige stoffen zoals methylbromide, aethyleenoxyde e.d. Het blauwzuurgas wordt bereid uit natriumcyanide en zwavelzuur, ook komt het in de handel geadsorbeerd aan kool of infusoriënaarde (zyklon). De technische bereiding kan zeer wel geschieden uit methaan en stikstof in de electrische oven of uit ammoniak en koolmonoxyde of methaan bij hogere temperatuur in aanwezigheid van een katalysator.

Verder levert de verhitting van koolstof tegelijk met stikstofhoudende organische materialen, vooral wanneer er ijzer aanwezig is, de vorming van cyaniden op. Aldus was dit vroeger van belang voor bloed (zie beneden bij bloedloogzout), thans nog voor melassespoeling. Ook bij de lichtgasbereiding (in de gaszuiveringskisten wordt het aan ijzeroer gebonden), door directe verhitting van soda met kool en stikstof (hoogovengas) of door natriumamide (uit ammoniak en natrium) met kool te verhitten en ten slotte door verhitting van kalkstikstof met keukenzout ontstaan cyaniden. Vroeger werd het uit geelbloedloogzout verkregen, nu is dit omgekeerd.

Kalium- en natriumcyaniden ruiken duidelijk naar blauwzuur, doordat dit zeer zwakke zuur reeds door koolzuur uit de lucht wordt verdreven. De oplossingen reageren ook sterk alkalisch. De oplossing ontleedt vrij snel: KCN + 2H2O -> HCOOK + NH3 waarbij formiaat ontstaat, dat niet giftig is.

De cyaniden vinden veel technische toepassing, behalve voor het bereiden van blauwzuur, bij de goudwinning voor het uitlogen van arme ertsen (z goud) en verder in bad vloeistoffen voor het galvanisch vernikkelen, verzilveren en vergulden. Calciumcyanide wordt toegepast in kassen en gebouwen in plaats van zuiver blauwzuur, omdat het goed houdbaar is en aan de lucht (koolzuur') langzaam blauwzuur ontwikkelt.

Cyaanwaterstof vormt gemakkelijk complexen o.a. met zilver-, cobalt- en nikkelionen enz., maar vooral ook met ijzer.

Geelbloedloogzout K4(Fe(CN)6) is afgeleid van tweewaardig ijzer (ferrocyanide). Roodbloedloogzout K3(Fe(CN)6) van driewaardig ijzer. Het eerste werd oorspronkelijk verkregen door uitlogen van bloed, dat met ijzer en potas werd gesmolten. Daarna uit de afgewerkte ijzermassa van de gasfabrieken, maar thans uit kaliumcyanide en ferrosulfaatoplossing.

Met ferri-zouten ontstaat het Berlijns of Pruisisch blauw ferro-ferricyanide een veel gebruikt zeer stabiel blauw pigment. Deze reactie op ferrizouten met geelbloedloogzout is buitengewoon gevoelig. Met ferro-zout en roodbloedloogzout ontstaat ferro-ferricyanide of Turnbulls blauw, dat echter niet verschilt van het Berlijns blauw. Bij het zgn. blauwdruk-procédé wordt papier gedrenkt in ferri-ammoniumcitraat belicht door een origineel heen.

Op de belichte gedeelten ontstaat ferro-zout, dat vervolgens met roodbloedloogzout blauwkleuring geeft, terwijl de lijnen wit blijven.

De organische derivaten van blauwzuur zijn de nitrilen R-C=N (z carbonzuren) en de isonitrilen C=N—R (z carbylaminen).

De cyaanhydrinen zijn de additieproducten van HCN aan aldehyden of ketonen R1,R2C(OH)CN, waaruit door verzeping a-hydroxyzuren ontstaan.

Chloorcyaan ClCN en de overeenkomstige broomverbinding zijn zeer giftige en verstikkende vluchtige stoffen, waarvan het eerste als strijdgas is gebruikt.

Cyaanzuur HCNO is alleen in de vorm van zouten, cyanaten bekend. Wel zijn er polymeren bekend (HCNO),: cyanuurzuur, cyamelide en isocyaanzuur. Ook zijn er esters bekend zowel van cyaanzuur R-O-G = N als voor isocyaanzuur R-N=C = 0. Nog een ander isomeer is het knalzuur, C=N-OH.

Historisch van interesse is het ammoniumcyanaat NH3CNO, waaruit Wöhler in 1828 door verhitting ureum CO(NH)2 bereidde, de eerste organische stof, die synthetisch in het laboratorium was verkregen.

Wordt de zuurstof door zwavel vervangen, dan heten deze de thiocyanaten of rhodaniden, waarvan NH4CNS het belangrijkste is. Het wordt gewonnen uit de gaszuiveringsmassa (zie boven) en uit cokesgassen, door hieruit met een zwavelsuspensie het blauwzuurgas uit te wassen. Het vindt toepassing in de ververij en voor het verzwaren van zijde. Het is zeer goed in water oplosbaar.

In een oplossing van lithium- of calciumrhodanide kan cellulose worden opgelost. Het kwikzout geeft bij verbranding een volumineuze as (Pharao’s slangen).

PROF. DR J. A. A.

KETELAAR

Lit.: Ullmann, Enz. der technischen Chemie, 3, 469 (Berlin 1929); Thorpe’s Dict. of Applied Chemistry (London 1938), 3, 463; V. Migrdichian, The chemistry of organic cyanogen compounds (New York 1947); H. E. Williams, Cyanogen Compounds (London 1948).

< >