…(tekst ontbreekt) als de leer van de reconstructie van het strafbare feit, of als „die Lehre von den Realien des Strafrechts”. Zij houdt zich bezig met de misdadiger, de getuigen, de deskundigen, de rechter en met alle mogelijke op natuurwetenschappelijke wijze waarneembare gegevens, die bij het misdrijf een rol spelen.
Een zeer gewichtig element daarbij is in later jaren het bloedonderzoek; daarnaast verdienen ook de spectografie, de infrarood-fotografie en de ultraviolet-fotografie vermelding.Deze nog jonge wetenschap vond haar eerste vaste steunpunt in de opening van het Criminalistische Instituut te Graz, dat opgericht was en onder leiding stond van Hans Gross, de vader van deze wetenschap. De laatste jaren heeft deze wetenschap zich geweldig uitgebreid. Haar omschrijving maakt het duidelijk, dat zij een uiterst omvangrijk gebied beslaat o.a. als de identificatieleer met haar onderdelen, de sporenleer op allerlei speciale misdrijven betrekking hebbende, van de moord tot de schilderijenvervalsing, de vervalsingen in schrifturen, diefstal, brandstichting, zedendelicten, simulatie, geldvervalsing, verkeersongevallen, vergiftigingen, om maar een deel van de bonte rij te noemen. In 1929 werd de Académie internationale de criminalistique gesticht ten einde meer samenwerking van de verschillende criminalisten mogelijk te maken; van 1929-’38 was de Nederlander C.
J. van Ledden Hulsebosch voorzitter, nadien prof. M. Bischoff te Lausanne.
Lit.: H. Gross, Handb. f. Untersuchungsrichter (2 dln); F. Locard, Traité de criminalistique (4 dln, 1932-1933); Tijdschriften: Archiv für Kriminalanthropologie und Kriminalistik (gesticht door H.
Gross); Revue de droit pénal et de criminologie (Brussel); The journal of Criminal Law and Criminology including the American journal of police Science (Chicago); Annales de médecine légale, de criminologie et de police scientifique (Paris).