Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

COSTA RICA PACKET

betekenis & definitie

is de naam van een Engelse walvisvaarder, welke een zekere vermaardheid in het internationale arbitragewezen heeft gekregen. Op 2 Nov. 1891 werd de kapitein van dit schip, J.

B. Carpenter, in de haven van Ternate in Ned.-Indië door de Ned.-Indische autoriteiten in hechtenis genomen op beschuldiging in 1888 ter hoogte van Boeroe (Molukken) een paar kistjes sterkedrank te hebben gestolen van een aldaar losgeraakte en weggedreven prauw. Toen het de rechter echter aannemelijk voorkwam, dat het feit zich niet in de territoriale wateren, maar in volle zee had voorgedaan, werd Carpenter op 28 Nov. 1891 weder losgelaten. Hij beklaagde er zich daarna over, dat hij tijdens zijn gevangenschap onvoldoende verzorging zou hebben gehad, ten gevolge waarvan hij een ongeneeslijke ziekte zou hebben opgelopen.

De Britse regering trok zich deze klacht aan en eiste schadeloosstelling wegens vermeend onrechtmatig optreden van de Indische rechterlijke autoriteiten zowel met betrekking tot de gevangenneming zelf, als wat betreft de behandeling van de gevangene. Deze eis wees de Nederlandse regering van de hand, aanvoerende, dat de gevangenneming volgens het Nederlandse en het Ned.-Indische recht rechtmatig was geschied en op behoorlijke wijze was ten uitvoer gelegd. Na een notawisseling over deze zaak kwamen de beide regeringen bij een op 16 Mei 1895 te ’s-Gravenhage ondertekend compromis overeen ze aan arbitrage te onderwerpen en de regering van een derde mogendheid uit te nodigen een scheidsrechter aan te wijzen. De tsaar van Rusland, daartoe aangezocht, benoemde als zodanig prof.

F. de Martens uit St Petersburg. Na een procedure, welke, zoals in het compromis was voorgeschreven, geheel schriftelijk werd gehouden, gaf de arbiter op 13/25 Febr. 1897 te St Petersburg zijn beslissing. Deze uitspraak, welke Nederland tot vergoeding der schade veroordeelde, bepaalde tevens het bedrag daarvan. De vastgestelde vergoeding werd onmiddellijk voldaan.

Zowel in Nederland als daarbuiten heeft de uitspraak echter ernstige critiek ontmoet, vooral wegens enige ten onrechte getrokken conclusies en de omstandigheid, dat prof. Dr. Martens er zonder motivering en blijkbaar zonder behoorlijk bewijs enkele overwegingen in had opgenomen, welke een scherpe veroordeling van het optreden van de Indische rechterlijke autoriteiten inhielden. Van belang is echter de uitspraak in de beslissing, dat de staat aansprakelijk is voor met het volkenrecht in strijd zijnde handelingen van zijn rechterlijke organen, niettegenstaande hun onafhankelijkheid ten opzichte van hun regering ingevolge de nationale wet.

Vóórdien werd algemeen aangenomen, dat dit slechts het geval was ten aanzien van enkele, onder de term déni de justice samengevatte handelingen van rechterlijke autoriteiten, nl. weigering de vreemdeling tot de nationale rechtbanken toe te laten ter handhaving van zijn rechten, opzettelijke of buitensporige vertraging in de behandeling van zijn zaak en klaarblijkelijke partijdigheid te zijnen nadele.MR L. v. LEDEBOER

Lit.: H. A. van Karnebeek, De ,,Costa Rica Packet”-Arbitrage (Utrecht 1900); G. A. van Hamel, De intern, arbitrages van Nederland van 1813 tot heden (’s-Gravenhage 1938).

< >