Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

COSMAS EN DAMIANUS

betekenis & definitie

Heiligen, twee gebroeders uit Arabië, stierven de marteldood te Cyrrhus in Syrië in 303 en vonden daar ook hun graf. De legende zegt: „in civitate Aegae”, noemt als tijdvak de kerkvervolging onder Diocletianus en Maximianus, en vertelt hoe zij na allerlei folteringen, die niets uitwerkten, eindelijk onthoofd werden.

Beiden hadden de heelkunde beoefend, doch kosteloos (vandaar hun bijnaam: zonder zilver) en op die manier ook velen voor het Christendom gewonnen. Zij zijn dan ook de patroons van geneesheren en apothekers geworden en worden voorgesteld in het lange gewaad van geleerden met een glazen kolf in de hand. Te Rome werd hun cultus bevorderd door de Oosterse paus Symmachus (498-514), die hun ter ere een heiligdom liet bouwen op de Esquilijnse heuvel. Enige jaren later liet paus Felix IV (526-530) een heidense tempel nabij het Forum Romanum verbouwen en hun toewijden.

In de vroege middeleeuwen waren zij bij het volk van Rome zo beroemd als nu een Sint Antonius van Padua en andere volksheiligen. In de St Michaëlskerk te München zou men relikwieën van hen hebben: deze werden in 1649 uit Bremen overgebracht. Feestdag 27 Sept.Lit.: Deubner, K. u. D. (1907).

< >