stuk van de onderkleding, dat tot steun van het lichaam en ter bevestiging van andere kledingstukken gedragen wordt. Met nadruk dient vermeld te worden, dat aan zeer verschillende maaksels in de loop der tijden de naam corset is gegeven en dat de vorm nog steeds onder invloed van de mode aan veranderingen onderhevig is.
Dit moet ook bij de beoordeling, of een corset al dan niet schadelijk te achten is, in aanmerking genomen worden.Het kledingstuk is nl. reeds zeer oud, want al kenden de Griekse en Romeinse vrouwen het niet in zijn latere vorm, toch hadden zij een soortgelijk kledingstuk, bij de eersten strophion en stethodesmis, bij de laatsten taenia, zona,fasciae mamillares, enz., geheten. In hoofdzaak bestonden deze kledingstukken uit banden van doek, misschien ook wel van leer. Toen in de 14de eeuw de gewoonte opkwam om nauwsluitende kleren te dragen, werd het corset van de vrouwen van voren opengesneden en door knopen of veters samengetrokken. Ook door mannen werd het gedragen.
In de 15de eeuw was het corset reeds algemeen in gebruik; tegen het midden van de 16de eeuw kwamen onderlijfjes met baleinen in de mode, die tot het einde van de 18de eeuw ook door mannen werden gedragen. In de 16de eeuw werd het bovenlijf sterk ingeregen, zodat de borst afgeplat werd.
De eigenlijke corsetten, nl. de van baleinen voorziene onderlijfjes, werden vooral door Catharina de Medici in de mode gebracht. Het waren stevige pantsers, die boven de borsten begonnen en naar beneden toe nauwer werden. Op zeer jeugdige leeftijd werd het meisje al in een dergelijk kledingstuk, dat door houten spalken, later door baleinen onvervormbaar was, ingeperst om een smalle (wespen-)taille te verkrijgen.
Het aantal baleinen in de corsetten werd steeds groter, zodat zelfs de walvisvangst in de 17de eeuw aangemoedigd moest worden. Sedert het midden van de 17de eeuw bestond het corset uit driehoekige stukken stevig doek, vastgebonden door baleinen en een ijzeren ring. Van de heupen uit was het trechtervormig verwijd; aan de voorzijde bevonden zich twee loodrechte metalen stroken om de veters door te halen. Daarentegen werd de borst niet meer afgeplat, daar voor de borsten uitspringende gewelfde gedeelten werden aangebracht.
In de 18de eeuw ontstond de gewoonte om de corsetten van achteren dicht te rijgen, terwijl de voorkant uit één stuk was vervaardigd.
Reeds betrekkelijk vroeg is op de schadelijke invloed van het snoerende en misvormende corset gewezen en zijn van hogerhand, o.a. door Lodewijk XIV, verbodsbepalingen er tegen uitgevaardigd. Men schijnt zich er evenwel weinig aan gestoord te hebben. Eerst ca 1790 werd met het inrijgen opgehouden, zodat de natuurlijke vormen beter voor de dag kwamen en spoedig daarna werd onder invloed van de Romeinse en Griekse klederdrachten uit de Revolutietijd, het corset geheel afgeschaft. In 1810 stelde de mode weer geheel andere eisen: de taille werd verlengd en in verband daarmee een los rijglijfje ingevoerd, dat echter in de loop van de volgende tien jaren weer in een verstijfd corset overging, dat tegen 1880 over de rok werd gedragen en op de heupen eindigde.
Sedert 1820 ontwikkelde de corsetfabricatie zich weer zeer. Er volgden perioden, waarin de wespentaille opnieuw als een ideaal voor de vrouwelijke lichaamsvorm gold; ca 1895 was de gemiddelde taille niet omvangrijker dan 58-63 cm. Niet het minst als gevolg van de strijd voor emancipatie van de vrouw en onder invloed van verenigingen, die hervorming der vrouwenkleding gepropageerd hebben, kreeg tegen 1903 het corset een nieuw model. Madame de Vroye ontwierp voor de Reformkleding in Nederland in plaats van het baleinencorset, dat zij geheel afschafte, een corselet, dat het lichaam steunt, maar waarbij het gewicht van de kleding hoofdzakelijk door de schouders wordt gedragen.
Tegen 1905 ontstond het zgn. „droit-devant”, een corset, dat ook aan de gestelde hygiënische eisen tegemoet kwam. Dit model gaf echter aan het vrouwenfiguur een geheel andere en evenzeer onnatuurlijke houding, waarbij de lichaamsas sterk voorover helde. Na enkele jaren is het vrouwensilhouet weer normaal en de rol van het corset van veel minder betekenis. Bovendien heeft het een vorm gekregen, waarover uit het oogpunt van hygiëne weinig aanmerkingen gemaakt kunnen worden.
c. WERLEMANN.