Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Cornelis Pieter Jacob ELOUT

betekenis & definitie

Nederlands krijgsman (Haarlem 26 Nov. 1795-3 Sept. 1843), zoon van Cornelis Theodorus, was bestemd voor een juridische loopbaan en bezocht de Universiteit te Leiden, die hij in 1814 verliet, om zijn vader te vergezellen, die tot Commissaris-Generaal was benoemd. De terugkomst van Napoleon deed hem als vrijwilliger in dienst treden, ook maakte hij de veldtocht van 1815 mede.

Als kapitein in 1816 in Indië aangekomen, nam hij deel aan de krijgsbedrijven in Cheribon (1818) en aan de beide expedities tegen Palembang (1819, 1821). In de tijd tussen beide veldtochten hield hij zich als Gouverneur-Secretaris en hoofd van het Departement voor de Inlandse Zaken bezig met de regeling van de briefwisseling met de Inlandse vorsten, het onderhandelen met afgezanten, de omwerking en vertaling in het Frans en Nederlands van de Maleise spraakkunst en het Maleise woordenboek van Marsden. Tijdens zijn verlof in Nederland bezorgde hij de uitgave dezer manuscripten. In 1824 was hij toegevoegd aan mr A. R. Falck bij het voeren der onderhandelingen, die geleid hebben tot het Tractaat van 17 Mrt 1824. Teruggekeerd streed hij in de Java-oorlog tegen Dipo Negoro (1825-1827). Tot resident aangesteld (Jan. 1827), herstelde hij het Nederlandse gezag op de Karimon-eilanden en sloot een contract met de sultan van Riouw, ter regeling van diens verhouding tot de Indische regering. Als luitenant-kolonel, resident en militair commandant ter Westkust van Sumatra trad hij krachtig op tegen de Padri’s (1830-1833). Hierna volgde een expeditie naar de Lampongs (1834). Na zijn tweede verlof naar Nederland nam hij met de honoraire rang van generaal-majoor zitting in de Raad van Indië (1839). Wegens ziekte keerde hij in 1842 naar Nederland terug.

< >