Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Cornelis KRUSEMAN

betekenis & definitie

Nederlands schilder, tekenaar en graficus (Amsterdam 25 Sept. 1797 Lisse 13 Oct. 1857), leerling van Hodges en Ravelli, van de Amsterdamse Academie en van Daiwaille. Van 1821-1825 en van 1841-1847 maakte hij studiereizen naar Italië, verder werkte hij in Den Haag en na 1854 te Lisse.

Hij bezocht ook Parijs (waar hij enige tijd bij Vernet en Gros werkte), Zwitserland, Oostenrijk en Duitsland. Hij schilderde portret, figuur (Italiaanse volkstypen), bijbelse en historische voorstellingen en literaire onderwerpen. Het warmst en levendigst was hij in zijn spontane tekeningen en olieverfschetsen en in een enkel historiestuk, waarin zijn romantische aanleg tot uiting kon komen, die hij gewoonlijk verdrong voor een classicistische vormverheerlijking en idealisering van het onderwerp. Deze niet met zijn aard overeenstemmende werken zijn hard van kleur en leeg van expressie.Bibl.: Aant. v. G. K. betrekkelijk deszelfs kunstreis en verblijf in Italië, verz. en uitg. d. A. Elink Sterk Jr (1826, herdr. d. E. Hendriks, Amsterdam 1948); Eens kunstenaars reis en verblijf te Rome. Uit het dagboek v. G. K. (in: Alm. voor het schoone en het goede 1826, herdr. Amsterdam 1946).

Lit.: J. Knoef, Van Romantiek tot Realisme (Den Haag 1947); G. H. Marius, De Holl. Schilderkunst i. d. 19de eeuw (2de dr., Den Haag 1920).

< >