is de naam van een plantenorde uit de groep der Dicotyledonen. Het is een afdeling der Sympetalen en wel van de groep met een bovenstandig vruchtbeginsel en 4 kransen in de bloem. Deze is over het algemeen regelmatig, tweeslachtig en 4- of 5-tallig.
De bloemkroon ligt in de knop zeer vaak, meest links, gedraaid, waaraan de naam van deze orde is ontleend. Het aantal meeldraden kan tot 2 gereduceerd zijn, afwisselend met de 2 mediane vruchtbladeren, zo bij de familie der Oleaceeën. De beide vruchtbladen zijn doorgaans met elkander vergroeid tot een 1- of 2-hokkig vruchtbeginsel, maar bij de Apocynaceeën en Asclepiadaceeën in hoge mate vrij van elkander. Om de basis van het vruchtbeginsel ligt een nectarium in de vorm van een ring of van afzonderlijke klieren. De bladeren, gaafrandig en zonder steunblaadjes, staan bij deze orde bij na steeds kruisgewijs.
In het zaad vindt men meest een groot endosperm. Behalve de genoemde families verdienen nog de Gentianaceeën en de Loganiaceeën vermelding.
