Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CONTE

betekenis & definitie

noemen de Fransen een verhaal in proza of poëzie, dat in het algemeen in een beknopt bestek en in luchtige, aangename, geestige vorm een of ander voorval mededeelt. Reeds vroeg had men in Frankrijk de Contes en Fabliaux, waarmede de jongleurs op markten en in burchtzalen hun toehoorders vermaakten.

In de 16de eeuw worden de Contes onder Italiaanse invloed talrijk; na de Cent nouvelles (15de eeuw) komen het Heptaméron van Marguerite d’Angoulême of de Navarre (aldus genoemd omdat het zeven dagen van elk tien contes bevat, plus nog twee contes van de achtste dag; vgl. Boccaccio), geschreven na 1545 en in 1558 onvolledig gepubliceerd; de Nouvelles récréations et joyeux devis van Bonaventure des Périers, gepubl. in 1558 (90 contes in proza; in de uitgave van 1568 komen er nog 32 bij); de Contes et discours d’Eutrapel van Noël du Fail (1585), enz. De meestgezochte Contes de fées zijn van Perrault en van Mme d’Aulnoy. Er verschenen voorts Contes in verzen van La Fontaine, die door velen zijn nagevolgd.

Men heeft vervolgens Contes philosophiques van Voltaire, Contes moraux van Marmontel en Contes drôlatiques van Balzac, die het 16de eeuwse genre navolgt. Van de overige schrijvers noemen wij Alfred de Musset, Gustave Flaubert, Erckmann-Chatrian, Théodore de Banville, Villiers de L'Isle-Adam, Catulle Mendès, Anatole France, René Bazin, François Coppée, Alphonse Daudet en vooral Guy de Maupassant, die de eenvoudigste en boeiendste contes geschreven heeft, die de Franse en misschien de wereldletterkunde bezit.Bibl.: Bloemlezing: M. E. Storer, Contes de fées du grand siècle (N.Y. 1934). (Collectie): Conteurs français, 10 dln (1874-1883), P. Saint Yves, Les contes de Perrault et les récits parallèles.

Leurs origines (Paris 1923); M. E. Storer, Un épisode litteraire de la fin du XVIIe siècle: la mode des contes de fée (1685-1700) (Paris 1928).

< >