Zalige; Italiaans rechtsgeleerde (Milaan 4 Apr. 1859 ~ Suna 17 Oct. 1902) studeerde te Pavia en aan verschillende Duitse universiteiten, o.m. bij Pernice te Berlijn en werd in 1887 professor in het Romeinse recht te Messina, in 1890 te Modena en in 1894 te Pavia. Even groot filoloog en nauwkeurig kenner ook van de Grieks-Byzantijnse en Oosterse bronnen als constructief jurist, heeft deze vrome, bescheiden en zeer eenvoudig en teruggetrokken levende geleerde zich op ver van elkander gelegen gebieden met gelijk en groot succes bewogen en in de Italiaanse romanistiek de nieuwe richting van de zuiver historische studie van het Rom. recht geopend, zowel door zijn tekst-uitgaven, zijn speciale studies als door zijn meesterlijk beknopte Pandette. Paus Pius XII heeft hem 13 Apr. 1947 zalig verklaard en ter ere daarvan werden twee bundels studies aan zijn nagedachtenis gewijd.
Bibl.: uitgaven (met S. Riccobono en G. Baviera), Fontes iuris romani ante justiniani (1909); Institutionum graeca paraphrasis (1884-1897); (met J. Mercati) Supplementum op de Basilica*-uitgave (1897); (met P. Bonfante e.a.) Digesta Justiniani Augusti, libri I-XXVIII (1908; volledig eerst in 1931); (met J. Mercati) Tipucitus (versch. 1914); voorts o.a.: Diritto Penale romano, Esposizione storica e dottrinale (in: Encicl. del diritto penale ital. I 1902); Manuale di Pandette (1900, 2de ed. 1904, 3de ed. 1908); Opere, in 5 dln (1929-1930); Scritti religiosi ed. G. Pellegrini (1912).
Lit.: G. Pellegrini, La vita di G. F. (Milano 1911, herdr. Torino 1928, Duitse vert. v. D. W. Mut, 1925); V. Scialoja, G. F. in: Studi, dl II; Savigny-Zeitschr. f. Rechtsgesch. dl 24.
