voor het wapen der artillerie te Delft opgericht op 22 Nov. 1679 (en aldaar veelal aangeduid als: constructie-winkel), dienden voor de aanmaak en de herstelling — voor zover dit laatste niet door de werklieden bij de korpsen kon geschieden — van affuiten, voertuigen, paardetuigen, instrumenten en verder legermaterieel. Zij maakten deel uit van de artillerie-inrichtingen en verbleven nog op haar oude standplaats, nadat de overige onderdelen daarvan (nl. geweer- en patroonfabriek, munitiefabriek) reeds naar de Hembrug, binnen het centraal reduit van ’s lands verdediging, waren verhuisd.
Tijdens Wereldoorlog I werd er een afdeling voor rijwielen en auto’s aan toegevoegd, nadien is alles naar Zaandam geconcentreerd in het staatsbedrijf der Artillerie-inrichtingen, waarbij het militaire element er, wat het personeel betreft, nagenoeg geheel uit is verdwenen.Voor soortgelijke werkzaamheden werd voor het leger in Ned. Oost-Indië te Soerabaja de constructie-winkel opgericht in het begin van de 19de eeuw, toen, door de oorlogen tussen Engeland en het continent, de communicatie van Java met Europa zo goed als verbroken was. Thans is de constructie-winkel ook geheel verdwenen.