Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Coenraad KERBERT

betekenis & definitie

Nederlands dierkundige (Monnikendam 24 Jan. 1849 - Amsterdam 8 Sept. 1927), studeerde te Leipzig onder Leuckart en promoveerde daar in 1876. In 1877 werd hij assistent aan het Anatomisch-Zoölogisch laboratorium te Amsterdam, waar hij in 1882 privaatdocent en in 1884 lector in de algemene dierkunde, de menselijke parasieten en de geografische verspreiding der dieren werd.

Sedert 1883 was hij hoofdconservator aan het Aquarium te Amsterdam. In 1890 volgde zijn benoeming tot directeur van „Artis”. Aan Kerbert’s beleid en wetenschappelijk beheer heeft het genootschap veel te danken gehad; hij wist Artis ook zoveel mogelijk dienstbaar te maken aan wetenschappelijk onderzoek (z Artis).Lit.: Gedenkboek Athen. en Univ. A’dam (1932), p. 613; Max Weber, in: Bijdr. t.d. Dierk.XXI, (1919), p. VII; Idem, in: Vakblad voor Biologen IX, (1927), p. 26-30; A. L. J. Sunier, in: Zeitschr. f. Saugetierk. II (1929), p. 197; L. Dorsman, in: Natura (1927), p. 189; L. F. dé Beaufort, in: Ardea XVI (1927), p. 146; Jac. P. Thysse, in: Levende Natuur 32 (1927), p. 161.

< >