of Kodde, Oude Jan en Arie te Rijnsburg, Gijsbert te Warmond en Jonge Jan van der, te Oegstgeest, eerste Rijnsburger Collegianten. Hun vader, Jan Willemsz. van der Codde, gaf hun een uitstekende opvoeding en wel in de geest van Acontius, Castellio en Coornhert.
In Warmond bij het Remonstrantsgezinde deel der Gereformeerde gemeente aangesloten, deed Gijsbert na de schorsing resp. afzetting van ds Chr. Sopingius in 1619 het voorstel om verder onderling te vergaderen zonder predikant, met Bijbellezing, gebed en spreken door wie zich daartoe geroepen voelden, het oude „profeteren”. Met zijn broeders, een visser uit De Kaag, Antonie Cornelisz., en Jan Bulten uit Leiden bleven zij zelfs uit de vergaderingen der Remonstranten weg, om gevaar te vermijden, zoals ze zeiden, huurden een afzonderlijke woning, het college genaamd. Zij waren even Doopsgezind, in hun opvatting over de lijdzaamheid, de overheid en de volwassenendoop, als Remonstrant en tegenstanders van Paschier de Fijne.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK
Lit.: Paschier de Fijne, Kort verhaal van het eerste begin en opkomen der Rijnsburgers (1672) met de Aenmerkingen van Joachim Oudaen (1672); J. G. van Slee, De Rijnsburger Collegianten (1895); Aernout Drost, De pestilentie te Katwijk in 1625 (1833, nieuwe uitg. 1906); J. v. Vloten, P. de Fijne naar zijn leven en schriften (1853); L. Knappert, Gesch. der Ned.
Herv. Kerk ged. de i6de en 17de Eeuw (1911), 146; J. Reitsma-J. Lindeboom, Gesch. v. d.
Herv. en de Herv. Kerk, 4de dr. (1933), 189, alwaar ook lit.