(Egyptisch: Chafrê) is de zoon van Cheops en bouwer van de tweede pyramide van Gize. Zijn naam, samengesteld met die van de Zonnegod, is één der vroegste getuigenissen van de toenemende belangrijkheid van de verering van Ré, de Zonnegod, als wiens zoon de koning niet lang daarna geregeld zou worden betiteld.
Deze pyramide is iets kleiner dan die van zijn vader: oorspr. lengte der zijden ca 215 m, hoogte 143 m. Aan het bovengedeelte is de gladde buitenbedekking nog bewaard, waardoor de pyramide onbestijgbaar is. Bij deze pyramide ziet men nog duidelijk de aanleg van het gehele complex. Aan de oostzijde ligt de dodentempel; vandaar daalt een lange weg van het woestijnplateau af naar het dal, waar een andere grote granieten tempel ligt, die dienst doet als toegangsportaal.
Hier zijn de prachtige beelden van Chefren gevonden, een hoogtepunt der Egyptische kunst. Het verband met de Sfinx, die naast deze toegangstempel ligt, is niet duidelijk.Lit.: V. Hölscher, Grabdenkmal des Königs Ch. (Veröff. der E. v. Sieglin Exped. I, 1912).