Amerikaans mediaevist (Meadville, Pennsylvania, 21 Dec. 1870 - Cambridge, Mass., 14 Mei 1937), werd, na een zeer voorspoedige universitaire studie te Baltimore, Parijs (onder Ch. V.
Langlois) en Berlijn, reeds in 1892 professor in Europese geschiedenis aan de Universiteit van Wisconsin en bekleedde van 1902-1931 verschillende leerstoelen aan de Harvard-Universiteit te Cambridge, Massachusetts (Boston). In 1919 was hij lid van de Amerikaanse delegatie ter vredesconferentie. Hij heeft veel gedaan voor de organisatie van de studie der middeleeuwse geschiedenis in de V.S., was mede-oprichter van de Mediaeval Academy of America, en heeft een grote rol gespeeld in het wetenschappelijke verenigingsleven. Tijdens zijn laatste levensjaren was hij invalide. Zijn persoonlijke studiën, waarvoor hij veel onderzoekingen verrichtte in Europese bibliotheken en archieven, betreffen vnl. de geschiedenis van de Normandische bestuursinstellingen en die van de middeleeuwse wetenschap.DR A. G. JONGKEES
Bibl.: History of Higher Education in Pennsylvania (met W. I. Huil, 1902); The Normans in European History (1915); Norman Institutions (1918); Some Problems of the Peace Conference (met R. H. Lund, 1920); The Rise of Universities (1923); Studies in the History of Mediaeval Science (1924); The Renaissance of the Twelfth Century (1927); Studies in Mediaeval Culture (1929)* Volledige bibliogr. tot 1929 door G. W.
Robinson in: Anniversary Essays in Mediaeval History by Students of Ch. H. H. (1929).
Lit.: Gh. V. Langlois, Les travaux de Ch. H. H. sur la littérature scientifique en latin au XIIe siècle,in: Journal des Savants 1919, blz. 57 v.; F. M.
Powicke, in: Engl. Histor. Rev. Oct. 1937; F. Jouon de Longrais in: Rev. historique, dl 180 (1937)*