is een groot plein te Parijs. Tot aan het einde der regering van Lodewijk XV diende het nog voor warmoezerij, tot men bij de stichting der École militaire een stuk van 1000 bij 500 m reserveerde voor militaire oefeningen, welk gedeelte, in navolging van de antieke Campus Martius te Rome, Champ de Mars geheten werd.
Verschillende gebeurtenissen hebben er plaats gehad. 14 Juli 1790 vierde men er op de herinneringsdag van de bestorming der Bastille een verbroederingsfeest, waarbij de nieuwe grondwet door vorst en volk bezworen werd (Federatiefeest). 17 Juni 1791 had er de eerste botsing plaats tussen bourgeoisie en proletariaat, toen een manifestatie voor de afdanking van Lodewijk XVI door de burgerwacht uiteengeschoten werd. 8 Juni 1794 werd het „feest van het Opperwezen” er gevierd. 1 Juni 1815 hield Napoleon I er een „Meiveld”, in 1830 verleende Lodewijk Philips er de driekleurige vaandels aan de Nationale Gardes en in 1852 distribueerde Napoleon III — in navolging van een soortgelijke plechtigheid in 1804 — er de adelaars, die bij de legers de „Gallische hanen” zouden vervangen. De aanleg van het tegenwoordige park, begonnen in 1908, werd beëindigd in 1928. Op het Champ de Mars werden ten slotte de wereldtentoonstellingen van 1867, 1878, 1889 1900 en 1937 gehouden. De Eiffeltoren staat er als herinnering aan de expositie van 1889.
