is een Noorditaliaans kunstenaarsgeslacht. Het bekendste lid daarvan is: Ugo da Carpi (Garpi ca 1450 - Rome na 1525), schilder en houtgraveur, doch alleen bekend door zijn gekleurde houtsneden, die hij maakte door elke kleur afzonderlijk te drukken, wat grote technische vaardigheid vereist.
Of hij bij Duitsers in de leer is geweest, dan wel zelf de techniek heeft gevonden, zoals hij beweerde, is onbekend. Zijn eerste kleurenhoutsnede is van 1518; naar zijn bewering van 1516. De oudst bekende Duitse kleurenhoutsnede is van 1506 of 1509 (Cranach). Maar Da Carpi is picturaler en daardoor plastischer.
Hij sneed niet eerst een kleurloze plaat, om daarna op de afdruk achter elkander de kleuren te drukken, doch sneed in elke plaat alleen het deel, waar een bepaalde kleur aan zou worden gegeven, zodat pas na het drukken met de 3de plaat de voorstelling compleet was. Hij drukte echter niet in drie verschillende kleuren, als de Duitsers, doch in drie verschillende tonen van één kleur. Zij zijn gesigneerd V.G.O. De meeste zijn religieus van onderwerp.
De grootste bestaan uit vier grote bladen. Hij is de eerste geweest in Italië, die gekleurde houtsneden vervaardigde en hij is nooit daarin overtroffen, zodat hij ook kunsthistorisch een belangrijke figuur is. De stijl was een imitatie van frank en breed monochroom geaquarelleerde pentekeningen, die als grisailles, gecopieerd naar stenen vlakreliëfs, aandeden. Vandaar dat zij in Frankrijk „Camayeux” werden geheten.
Zowel Venetië als de paus gaven hem een privilege voor zijn techniek in clair-obscur. Hij copieerde o.a. in houtsnede werken van Rafaël, Titiaan, Parmigianino.