(in de muziek) is een techniek, waarbij een of meer stemmen de thematische contouren van een eerder intredende stem (antecedent genaamd) nabootsen. De grenzen van deze nabootsing liggen tussen een letterlijke herhaling (als in een canon) tot een zodanig gevarieerde vorm, dat slechts ingewijden in deze techniek de verwantschap kunnen naspeuren.
De gelijkenis tussen antecedent en imitatie wordt meestal bereikt door in melodisch opzicht sprongen te beantwoorden door sprongen en schreden door schreden, en in rhythmisch opzicht lange noten te beantwoorden door lange noten en korte door korte. De imitatie kan gebruik maken van omkering, tegenbeweging, vergroting, verkleining, enz. (z muziekleer, contrapunt). De imitatietechniek is reeds bekend uit de 13de eeuw. De grote ontwikkeling van dit procédé is te vinden in de werken van de Nederlandse meesters in de 15de eeuw.