Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CANZONE

betekenis & definitie

is een lyrische versvorm, die zijn oorsprong heeft in het Provençaals (Prov.: cansò = lied) en Oudfrans, maar die zijn ontwikkeling vond in, en ons bereikte uit, de Italiaanse literatuur. In Italië nam deze versvorm het eerst literaire betekenis aan en diende hij alleen voor het uitdrukken van de hoogste dichterlijke gedachten en gevoelens.

De strofe der canzone bestaat uit twee delen, waarvan het openingsdeel door Dante als fronte, het sluitdeel als sirma wordt aangeduid. Deze delen zijn door rijm verbonden, in die zin dat gewoonlijk het laatste rijm van de fronte gelijk is aan dat van de eerste regel der sirma. In andere opzichten kent de canzone echter grote vrijheid, zo wat betreft aantal en lengte der versregels (meest afwisselend van 11, 7 en een enkele maal 5 voeten), rijmschikking en structurele opbouw. Bij onderzoek van de beste Italiaanse voorbeelden blijkt de canzonestrofe 9, 10, 11, 13, 14 of 16 verzen te tellen, waarbij die van 14 verzen zoveel voorkomt, dat zij bijna als model kan dienen; zij gelijkt in die gedaante dan op een onregelmatig sonnet. Dante’s Vita Nuova bevat tal van voorbeelden der canzone, die zó ampel worden toegelicht wat haar vorm aangaat, dat men wel moet geloven dat de canzone eigenlijk door Dante is bedacht of minstens geadapteerd.

Buitengewoon gezag voor de vorm dezer dichtsoort heeft het Canzoniere van Petrarca. In het laatst der 17de eeuw voerde Guidi de canzone met geheel vrije strofen in; Leopardi schreef de beroemdste van deze soort. Andere letterkunden hebben de canzonevorm overgenomen, maar men kan betwijfelen, of hij strookt met een ander taaleigen dan het Italiaanse.MR H. VAN DEN BERGH

In de muziek is de canzone een oude vorm voor een meerstemmige compositie. Oorspronkelijk is het een troubadourslied, in de 15de en 16de eeuw een kunstige, meerstemmige, wereldlijke, vocale compositie (z middeleeuwse muziek). In de 16de eeuw maakte men transcripties van Franse chansons voor orgel en wel het eerst in Italië (Cavazzoni en de beide Gabrieli’s) en later ook oorspronkelijke instrumentale composities voor orgel of voor orkest in dezelfde vorm, die canzone francese genoemd werden. De structuur hiervan, afkomstig van de vocale vormen chanson en motet, vertoonde een reeks van fugatische bewerkingen van enige thema’s, of van een thema en de varianten daarvan, zoals men die ook bij ricercar en soortgelijke polyphone vormen aantreft.

In de orkestcanzones is de grondslag te vinden waaruit de fuga zich ontwikkelen kon.

De titel canzone (of het verkleinwoord daarvan canzonetta) wordt sedert de 18de eeuw gebruikt om een lyrisch, homophoon geschreven, meestal uitsluitend instrumentaal muziekstuk met een zangerige melodie aan te duiden, zoals bijv. het langzame deel van het vioolconcert van Tschaikowsky.

< >