(afgekort: Cambs), een graafschap in Midden-Engeland, met op 1275 km2 (1946) 154000 inw., waarvan de bodem in het N. en W. vnl. uit klei bestaat. Door het zuidelijk deel verloopt een rij lage kalkheuvels, die een verlengstuk vormen van de Chillern Hills.
Ouse en Cam zijn de voornaamste rivieren van het graafschap. Cambridgeshire valt in twee delen uiteen, nl. het eigenlijke Cambridge in het Z. en het Isle of Ely in het N., dat een afzonderlijk district vormt. Ongeveer 56 pct van de oppervlakte van het graafschap is als bouwland in gebruik, waarop tarwe, gerst, haver en suikerbieten de hoofdbeplanting vormen, tegen weiden slechts ca 29 pct. Ook de schapenhouderij is hier naar verhouding veel minder sterk ontwikkeld, op 90 000 acres grasland telt het graafschap 28 398 stuks rundvee en 51 613 schapen.
Van de beroepsbevolking is (1935) 21 pct werkzaam in de landbouw, 20 pct in de nijverheid en 45 pct in handel en verkeer. De hoofdstad is Cambridge, tevens de enige stad van betekenis; verder ligt hier Newmarket (ca 10 000 inw.),sinds de 17de eeuw een van de hoofdcentra van de Engelse paardenrennen.PROF. DR H. J. KEUNING.
