heette een révolutionnaire groep te Parijs in 1413, aldus genoemd naar een van haar leiders, de vilder Simon Caboche. In de strijd tussen Armagnacs en Bourguignons maakte Jan zonder Vrees van Bourgondië zich in 1411 van Parijs meester, waar hij als vriend des volks grote populariteit genoot, vooral bij de ambachtslieden.
Dezen, onder wie het gewelddadige slagersgilde domineerde, gingen zich te buiten aan allerlei uitspattingen tegenover de aanhangers der Armagnacs. In Apr. 1413 liepen zij onder aanvoering o.a. van Caboche te wapen om aan het wanbeheer van het koninkrijk een einde te maken. Jan zonder Vrees trachtte de opstand, die een nog meer sociaal dan politiek karakter droeg, in toom te houden door de uitvaardiging van een reeks hervormingsmaatregelen, de zgn. Ordonnance Cabochienne, 26-27 Mei 1413 (uitg. A.
Coville, L’ordonnance cabochienne, Paris 1891). Toen dit de Cabochiens niet tevreden stelde, liet hij de révolutionnaire beweging, die hij niet kon beheersen, haar gang gaan. De terreur der Cabochiens vervreemdde de Parijzenaars van de hertog van Bourgondië en dreef hen in de armen der Armagnacs. In Aug. 1413 was het met de heerschappij van slagers en vilders gedaan.
Jan zonder Vrees moest vluchten, en onder de nieuwe meester van Parijs, Bernard van Armagnac, werd het schrikbewind der Cabochiens door een niet minder bloedige reactie gevolgd.Lit.: A. Coville, Les Cabochiens et l’ordonnance de 1413 (Paris 1888).
