(1) Spaanse provincie in de N.O. hoek van de hoogvlakte van Oud-Castilië. De provincie beslaat een oppervlakte van 14052 km2 en telt (1940) 378580 inw. (26.9 per km2).
In het N.O. en Z.O. is de provincie bergachtig (Penas de la Corvera, 1412 m); het westelijk deel is vlak. De Arlanzón met zijn zijrivieren en in het Z. de Duero (Douro) zijn de voornaamste rivieren. Akkerbouw (graan) en schapenhouderij vormen de voornaamste middelen van bestaan.(2), hoofdplaats der gelijknamige Spaanse provincie, ligt op 856 m hoogte, amphitheatersgewijze gebouwd tegen een 100 m hoge heuvel, aan de rechteroever van de Arlanzón en aan de spoorweg Irun-Valladolid. De stad bezit een vervallen citadel met een oude kasteelruïne. Het voornaamste gebouw is de Gothische kathedraal uit de 13de eeuw, in de jaren 1442-1458 door de Duitse meester Johan van Keulen verrijkt met een prachtige voorgevel en twee 84 m hoge torens met opengewerkte spitsen en met de rijkversierde kapel van de Connétable van Castilië Pedro Hernandez de Velasco (zie hierna). Links van de Arlanzón ligt de grote voorstad La Vega (met talrijke geestelijke instellingen), ten W. de voorsteden Las Huelvas en San Pedro, die door de rivier, waarover zes bruggen liggen, gescheiden worden.
De stad telt (1940) 60425 inw. Hoofdzaak zijn de wol- en kaashandel, de linnen- en lederfabricage. Burgos is o.a. de zetel van het provinciaal bestuur en van een aartsbisschop. Bij Burgos ligt de abdij Santa Maria de las Huelvas, door Alfonsus VIII gesticht, welker abdis bisschopsrechten had.
Even buiten de stad bevindt zich ook de beroemde Karthuizer Cartuja de Miraflores, eveneens door Johan van Keulen gebouwd in flamboyantstijl (1442), met de graftomben van korting Juan II en zijn gemalin Isabella van Portugal.
Burgos werd in 882 op de plaats der verwoeste stad Cauca (Auca) of van het oude Deobrigula gebouwd en was tot in de 15de eeuw de residentie der graven en kondigen van Oud-Castilië. Alfonsus VI verlegde de bisschopszetel van Gamonal naar deze stad. In 1574 werd Burgos tot een aartsbisdom verheven. Tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) was het enige jaren de hoofdplaats van de regering-Franco.
PROF. DR H. J. KEUNINO
De kathedraal van Burgos (zie hierboven) is in de vorm van een 3-beukig Latijns kruis gebouwd; de voltooiing van de in 1221 begonnen kerk nam ruim drie eeuwen in beslag. Voor de fraaie westelijke voorgevel, in drie orden opgebouwd, bevindt zich het koninklijke of Maria-portaal, waarnaast links en rechts het portaal van Maria’s Kroning en van haar Ontvangenis. Daarboven loopt een gang door slanke colonnaden afgezet; en daarboven bevindt zich een dubbele rij vensters met beelden tussen de zuiltjes. Ook aan de uiteinden der transepten bevinden zich fraaie portalen; van beeldhouwwerk voorzien zijn die van de Coroneria en „dal Sacramental”.
In Platereskstijl is de Puerta de la Pelejeria opgetrokken. Een achtkantige koepel (1539-1567) bekroont het imposante bouwwerk (door Felipe de Vigarni en Juan de Valleio). De kleurige 14de-eeuwse ramen zijn in 1813 door een ontploffing vergruizeld. In het koor bevindt zich de tombe van bisschop Mauricio, bezet met email, waarschijnlijk uit Limoges.
In de Sint Annakapel een marmeren altaar met voorstelling van de Jesseboom. De 14de eeuwse kloostergang bevat goede sculpturen; in de aangrenzende kapittelzaal en de daaraan verbonden kapel van het „Corpus Christi” wordt de oude schrijn van de Cid bewaard. Uit de 13de eeuw dateren de kerken van de HH. Cosmas en Danianus en de H.
Stefanus („Esteban”). Een fraai altaar uit de school van Navarra (15de eeuw) bevat de kerk St Nicolaas van Bari (ca 1440). Interessant om haar interieur is de Santa Gadea-kerk. Het kasteel is nu een ruïne.
Uit de periode der Arabische overheersing stammen de bogen S. Esteban en S. Martino: in de boog S. Maria is een uitgelezen museum van beeldhouwkunst ingericht.
DR JOHN B. KNIPPING
Lit.: E. Llaguno y Almirola en J. A. Caen-Bermudez, Noticias de los arquitectos de España, desde su restauración (Madrid 1829); R- Amados de los Rios, Burgos, in: España, sus monumentos y artes (Barcelona 1888); S.
Suso, Guia oficial de Burgos (Burgos z.j.).