het meest westelijke van de drie Guyana’s, tussen de waterscheiding, de Atlantische Oceaan, de Corantijn en een lijn van de Roraima tot Punta Playa gelegen, beslaat een oppervlakte van 231 700 km2, dat is een areaal gelijk aan de oppervlakte van Groot-Brittannië. Deze enige Britse kolonie in Zuid-Amerika strekt zich, met een kustlijn van ca 430 km, uit tussen 1o en 9o N.Br. en tussen 57o en 61o W.L. v.
Gr. Het land valt in 3 delen uiteen: a. een vlakke, moerassige, 16 tot 60 km brede kuststrook, het enige deel waar landbouw bedreven wordt; b. een daarachter liggende, ca 160 km brede gordel van golvend land, dat deels zwaar bebost is, het gebied van de delfstoffen; c. het daarachter liggend, grotendeels beboste, berggebied en de savannen. Van de rivieren, die alle in de Atlantische Oceaan uitmonden zijn te noemen: de Essequibo (32 km brede mond), die meer dan de helft van de kolonie ontwatert, heeft als zijrivieren de Mazaruni, Cuyuni, Potaro (met de wereldberoemde Kaieteur waterval), Siparuni en Rupumuni; de Corantijn, de tweede in grootte, vormt de grens met Suriname; de Berbice, met een 4,8 km brede mond, is over een lengte van 200 km bevaarbaar; de Demerara, de meest betekenende en bevaarbaar voor meer dan 160 km, heeft voldoende diepte op de bank aan de monding om zeeschepen tot Georgetown, de hoofdstad, te laten komen; de Pomeroon, Waini en Barina kunnen over een lengte van 65 tot 80 km bevaren worden. Het klimaat, hoewel heet, kan niet ongezond genoemd worden. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 27,5 gr. C., het gemiddelde maximum 30,1 gr.
C., het gemiddelde minimum 24 gr. G. De warmste maanden zijn die tussen Aug. en Oct.; zeewinden helpen de hitte temperen. Er zijn 2 regentijden, een van midden Apr. tot midden Aug. en een van midden Nov. tot einde Jan. De gemiddelde jaarlijkse regenval te Georgetown bedraagt 2311 mm.Het aantal inwoners bedraagt (1946) 381 325, van wie minder dan 5 pct Europeanen, en omvat Engelsen, Portugezen, Voor-Indiërs (168 453), Chinezen, Negers, Indianen en kruisingen. 25 pct van de bevolking woont in stedelijke centra, terwijl meer dan 28 pct in de landbouw werkzaam is. Ca 30 pct is analphabeet; het schoolbezoek is heden ten dage echter groot (97 pct). De Voor-Indiërs zijn vooral werkzaam op de suikerplantages en bij de rijstteelt. De voornaamste nederzettingen zijn: Georgetown*, de hoofdstad van de kolonie, de voornaamste haven- en handelsstad met (1946) 77 585 inw.; Nieuw-Amsterdam, de hoofdstad van de onderafdeling Berbice, met 9578 inw.; Bartica, gelegen aan de samenvloeiing van de Essequibo en Mazaruni, het uitgangspunt voor de goud- en diamantvelden en Kaieteurwaterval.
In cultuur gebracht zijn 82 775 ha. De voornaamste geteelde producten zijn: in de eerste plaats suiker, verder rijst, cocosnoten, koffie, cacao, limoenen, maïs, rubber en vruchten (ananas, banaan, pompelmoes, citrus). De beplante oppervlakte suiker, 24 425 ha in 1946, gaf een opbrengst van 171 051 ton. Met rijst beplant waren 34 675 ha, die 64 472 ton opleverden. 13 500 ha leveren per jaar ca 45 millioen stuks cocosnoten, die ca 2431 ton copra opleveren. De veestapel omvat (1946) 189 437 runderen, 2518 paarden, 48 044 schapen, 17 408 geiten, 34 601 varkens en 101 buffels. De bossen leveren waardevolle houtsoorten (groenhart, mora, purperhart, enz.).
Wat de delfstoffen betreft, de bodem bevat goud, diamanten, bauxiet, mangaanerts en mica. Diamanten worden vooral aangetroffen in het dal van de Mazaruni; goud o.a. in de Potaro en Essequibo-districten. Brits Guyana is een van de grootste bauxietleveranciers van de wereld; grote hoeveelheden worden naar Canada verscheept.
De industriële activiteit is hoofdzakelijk gericht op de verwerking van de in het land gewonnen agrarische grondstoffen; er zijn 19 suikerfabrieken, 154 rijstpellerijen, 24 houtzagerijen en 10 houtverwerkende bedrijven.
De voornaamste uitvoerartikelen zijn suiker (1946: ruw 147 777 ton tegen een waarde van £ 2570729), rum (1 694 785 proof gallons, £ 371 790), rijst (22 621 ton £ 509 100), hout (418 020 kub. voet, £ 126 985), goud (£ 73 957), diamanten (£ 266 508), bauxiet (1 120 015 ton, tegen £ 1 263 083), balata (£ 126 948), rubber (£ 32 537), melasse (£ 41 290), verder houtskool, brandhout en lucifers. De gezamenlijke waarde van de export bedroeg £ 5 633 715, die van de invoer £ 5 597 454 (allerlei fabrikaten). In 1946 deden 2386 schepen (2 748 495 ton), merendeels onder Engelse, Amerikaanse of Nederlandse vlag, de kolonie aan. De vloot van de kolonie bestond in hetzelfde jaar uit 7 stoomschepen (937 ton), 20 zeilschepen (1489 ton) en 11 motorschepen (995 ton).
Aan het hoofd van Brits Guyana staat een gouverneur, vroeger bijgestaan door een „Court of Policy”, dat echter in 1928 werd vervangen door een Wetgevende Raad (3 officiële, 7 niet-officiële en 14 gekozen leden; voorzitter is de gouverneur). Het gebied is verdeeld in drie counties (graafschappen) : Demerara, Essequibo en Berbice. De inkomsten bedroegen (1947) £ 2 976 192, de uitgaven £ 2 965 273.
Lit.: Blue Book of the Colony British Guiana en Colonial Report (London, jaarlijks); Year Book of the Bermudas, the Bahamas, British Guiana, British Honduras and the British West Indies (London en New York, jaarlijks).