Frans schrijver en criticus (Amiens 2 Sept. 1852 - Parijs 25 Dec. 1935), studeerde filosofie, medicijnen en letteren te Clermont-Ferrand en Parijs. Enige jaren was hij leraar alvorens zich geheel aan de letteren te wijden.
Hij debuteerde, als vele romanciers, met enkele bundels gedichten: Au bord de la mer (1872); La Vie inquiète (1875); Edel (1878); Les Aveux (1882), welke door gebrek aan aesthetische spanning hem maar een bescheiden plaats inruimden. Dan bepaalde hij in twee bundels critische opstellen zijn houding tegenover de geestelijke leidslieden van zijn tijd: Essais de psychologie contemporaine (1883) t.o.v. Baudelaire, Renan, Flaubert, Taine, Stendhal en Nouveaux essais de psychologie contemporaine (1885) t.o.v. Dumas fils, Leconte de Lisle, de Goncourts, Toergenjew en Amiel. De romans uit zijn eerste periode, een precieuze schildering der amoureuze perikelen van de vrouw uit mondaine kringen, werden gaarne gelezen door een bepaald snobistisch mode-publiek, maar hebben nu alleen nog documentaire waarde voor de cultuur-historicus. Dan komt Le Disciple (1889), belangrijk zowel als keerpunt in de geestelijke ontwikkeling van de schrijver zelf en als symptoom van de verandering der geesten in Frankrijk omstreeks de jaren ’90.
Met dit boek, een onbillijke aanval op zijn meester Taine, die dan ook in een nobele brief protesteert (Corr., t. IV, p. 287 vgl.), wordt Bourget de kampioen voor de instandhouding van de aristocratische familieverhoudingen en de apostel van de conservatieve maatschappij-orde. Deze ideeën gaat hij verdedigen in zijn critische studies als Pages de critique et de doctrine (1912), zijn toneelstukken als La Barricade (1910) of in een lange serie tendenz-romans als L’Etape (1902). Maar deze laatste zijn meer stichtelijke verhandelingen dan werken van kunst. Een uitzondering dient gemaakt voor de uitstekende psychologische roman Le Démon de Midi (1914), maar de vorm van de latere boeken verklaart voldoende de tegenzin der jongere generatie tegen het œuvre van Bourget.DR R. WIARDA
Bibl.: Romans: Une cruelle énigme (1885); Un crime d’amour (1886); André Cornélis (1887); Mensonges (1887); Cosmopolis (1892); Un Divorce (1904); Le Sens de la Mort (1915); Lazarine (1917) enz. Toneel: L’Emigré (1908); Le Tribun (1911) etc. Reisherinneringen: Sensations d’Italie (1891); Outre-Mer (1895). Critiek: Études et Portraits (1888); Nouvelles Pages de critique et de doctrine (1922); Au service de l’ordre (1929).
Lit.: V. Giraud, Les Maîtres de l’heure, t. I (1911); G. Fonsegrive, L’Evolution des idées dans la France contemporaine (1920); F. J. Desthieux, Paul Bourget (1924); A.
Autun, Le Disciple de P. B. (Paris 1930); H. Klerkx, P. B. et ses idées littéraires. Diss. Nimègue (1946).