oudheidkundige en zoon van de voorgaande (Turijn 6 Dec. 1802 - Achères bij Poissy 29 Mrt 1870), studeerde in de natuur- en geneeskunde. In 1830 begaf hij zich naar Egypte en trad in dienst van Mehemed Ali, was eerst Frans consul in Alexandrië, vanwaar hij een ontdekkingsreis naar Jemen ondernam, en sedert 1842 consul in Mosoel.
Op aansporing van de oriëntalist J. Mohl begon hij met opgravingen in Koejoendjik (op de plaats van het oude Nineve tegenover Mosoel) en vooral (van 20 Mrt 1843 af) in Chorsabad, waar hij een groot deel van het paleis van de Assyrische koning Sargon II (721-705 v. Chr.) blootlegde. De Franse regering ondersteunde krachtig zijn bemoeiingen. Flandin, een ervaren tekenaar, werd hem toegevoegd, en aan een commissie van deskundigen de taak opgedragen, de uitgave voor te bereiden van een prachtwerk: Monuments de Ninive, découverts et décrits par Botta, mesurés et dessinés par Flandin (5 dln, Paris 1849 - 1850). De vondsten zijn in het Louvre ondergebracht.Lit.: B. A. van Proosdij in: Jaarber. Ex Oriente Lux II (Leiden 1943), blz. XXXII vlg.
