Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bormeester, abraham

betekenis & definitie

Nederlands letterkundige (Lübeck 1618 - Amsterdam na 1645), woonde sinds 1630 te Amsterdam, waar hij goudsmid was en publiceerde in 1643/’44 enige kluchten, die op vrij realistische wijze tafereeltjes geven van huwelijksleven en vrijage (Sytje Fobers, Klucht van Doeden en Infidelitas ofte ontrouwe dienstmaagd); verder vindt men gedichten van zijn hand in Amsteldamse vrolikheyt (1647). De oudste ons bekende druk van zijn vermaarde klucht ’t Nieuwsgierigh Aegje is van 1662; hetzelfde thema — voortlevend in ons gezegde Nieuwsgierig Aagje (van Enkhuizen) — behandelt Huygens in zijn Trijntje Cornelis (1653) en Anthonie van Bogaert in zijn Het nieuwsgierig Aegje (1679), terwijl men het prozaverhaal o.a. vindt in De gaven van de milde St Marten (1654).

Lit.: A. J. Barnouw in Tdschr. voor Ned. taal- en lett. XX (1901); J. E. ter Gouw in Noord en Zuid XXVII (1904); J. A. Worp, Gesch. v. h. drama I (1904).

< >