Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bono, emilio de

betekenis & definitie

Italiaans maarschalk (Cassano d’Adda 19 Mrt 1866 - Verona 11 Jan. 1944), vocht in Eritrea (1887), Libye (1912/’13) en in Wereldoorlog I, gedurende welke hij commandant was van het regiment, waarin Mussolini als soldaat diende. Aan het einde van de oorlog stond hij als generaal aan het hoofd van een legercorps.

Reeds vroeg sloot hij zich, als vurig nationalist, bij het fascisme aan. Hij behoorde met Bianchi, Balbo en De Vecchi tot het viermanschap, onder welks leiding de „Mars naar Rome” werd ondernomen, die het fascisme aan de macht bracht (Oct. 1922) en werd beloond met het ambt van chef der politie. Zijn medeplichtigheid aan de moord op Matteotti is nooit bewezen, doch niet onwaarschijnlijk. Van 1925 tot 1929 was hij gouverneur van Tripolitanië, daarna minister van Koloniën.In Mrt 1935, toen de voorbereidingen voor de aanval op Abessinië in volle gang waren, werd hij benoemd tot opperbevelhebber van alle troepen in Afrika. Hij leidde deze tot na de val van Adoea en Aksoem, toen Mussolini, om de oorlog meer tot een zaak van het gewone leger dan van de zwarthemden alleen te maken, hem door de niet-fascist Badoglio verving. Hij werd tot maarschalk verheven, maar trad sindsdien niet meer op de voorgrond. In Jan. 1944 werd hij, beschuldigd van medeplichtigheid aan de fascistische paleisrevolte, die Mussolini in Juli 1943 ten val gebracht had, door een republikeins-fascistisch gerechtshof ter dood veroordeeld en gefusilleerd te zamen met Ciano en enkele andere „rebellen”.

Bibl.: Nel nostro esercito prima della guerra; La guerra come e dove la ho vista e combattuta io (1935); La conquista del’Impero: la preparazione e le prime operazioni (1936).

< >