(ca 1150-1207), markgraaf van Montferrat van 1192-1207, was een der voornaamste personaliteiten uit de vierde kruistocht. Hij was de afstammeling van een vorstelijk geslacht, dat in de 12de eeuw in Boven-Italië tot de machtigste families behoorde.
Hij werd in 1201 tot opperbevelhebber van het leger voor de aanstaande kruistocht gekozen. Hij trad in overleg met Venetië en met keizer Philips van Zwaben, die het kruisleger wilde gebruiken om zijn zwager, de verdreven Alexios IV, weer op de Byzantijnse troon te plaatsen. Ondanks de tegenwerking van de paus trok men dus naar Constantinopel, herstelde Alexios in zijn gezag, maar raakte met hem in strijd over de nakoming der gestelde voorwaarden. Na de val van de jonge keizer in 1204, werd echter niet Bonifacius, die te zeer Ghibellijn was, maar graaf Boudewijn IX van Vlaanderen tot keizer gekozen. Bonifacius, die van meet af ook op eigen voordeel uit was en in de gehele kruistocht een middel zag om de overgeërfde Italiaanse politiek tegen Byzantium (zie Bohemund I) voort te zetten, veroverde nu Thessalië en kreeg de titel koning van Thessalonica. Hij huwde met Margaretha van Hongarije, de weduwe van keizer Isaac II Angelos.
Reeds had hij Thebe, Athene en Euboea veroverd en de aanval geopend op Corinthe en Nauplia, toen hij genoodzaakt werd terug te keren, daar oproerige Bulgaren de koningin in de akropolis belegerden. Bonifacius verdreef zijn vijanden, maar in de daarop volgende oorlog met de Bulgaren werd hij gedood.Lit.: Gh. Diehl, L. Oecomonos e.a., L’Europe Orientale de 1081 à 1453 (Hist. Générale Glotz.) (1945).