(Tragopogon L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Samengesteldbloemigen (Compositae), dat in Europa, Azië en Afrika ongeveer 40 soorten telt. Het onderscheidt zich door onbehaarde, lijnvormige, gaafrandige bladeren, die ook aan de stengel voorkomen, door bloemhoofdjes met uitsluitend lintbloemen, een omwindsel uit een 8-tal even lange omwindselblaadjes, het ontbreken van stroschubben en vedervormig vruchtpluis.
In Nederland hebben wij de gewone boksbaard of gele morgenster, Tr. pratensis L., waarbij de omwindselbladen even lang zijn als de goudgele bloemen, algemeen langs wegen en dijken en op bouwland; dan de kleinere Tr. minor Mill., waarbij de slap overhangende bladeren smaller zijn en de omwindselbladen dubbel zo lang als de bloemen, algemeen langs de Noordzee en in Zeeland, zeldzaam langs het IJselmeer en sporadisch langs de rivieren; vervolgens, zeldzaam in het fluviatiele district en ook adventief, de oosterse morgenster, Tr. orientalis L., waarbij de omwindselbladen juist korter zijn dan de oranjegele bloemen, terwijl de gele helmknoppen smalle bruinviolette strepen vertonen; ten slotte de blauwe morgenster, Tr. porrifolius L., gemakkelijk kenbaar aan de naar boven knotsvormig verdikte bloemstelen en violette bloemen, een zeldzaamheid van wegen, dijken, bouw- en grasland, die misschien aan een vroegere cultuur te danken is.
