heer van Ruart (Brussel ca 1530 - 27 Mei 1576), een broeder van de voorgaande, behoorde waarschijnlijk niet tot het Verbond der Edelen. Wel verlaat ook hij het land in 1567 en onmiddellijk stelt hij zich in dienst van Oranje voor wie (waarschijnlijk) hij een reis naar Polen ondernam.
Eerst in 1571 werd hij door de Bloedraad gebannen. In 1572 heeft hij zeker Oranje’s veldtocht over de Maas meegemaakt. Na een zending (en gevangenschap) naar Frankrijk, komt hij bij de Prins in Holland, die hem benoemt tot admiraal van Zeeland (1573) en luitenant-admiraal van beide gewesten (1574). Hij behaalde in 1574 bij Reimerswaal een schitterende overwinning op de vloot van Requesens; 10 Spaanse schepen werden veroverd, maar de admiraal verloor daarbij een oog. Hij vervolgde daarna de Spanjaarden, die naar Antwerpen op de vlucht gingen, en nam nog een elftal van hun schepen. Dientengevolge moest Middelburg zich overgeven.
Grote dienst bewees hij in laatstgenoemd jaar aan het belegerde Leiden, daar hij onder het leveren van onderscheiden gevechten met zijn vloot de uitgehongerde stad te hulp kwam. Hij en andere aanvoerders werden bij die gelegenheid met een gouden gedenkpenning begiftigd. In de daaropvolgende jaren voerde hij een verwoede oorlog op de Zeeuwse wateren en deed allerlei pogingen om het belegerde Zierikzee te redden. Bij een daarvan strandde zijn schip en kwam hij met vele anderen in de golven om.DR H. A. ENNO VAN GELDER
Lit.: J. B. J. N. de Ridder van der Schueren, Louis de Boisot (Leiden 1894).
