Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Boheemse broeders

betekenis & definitie

Na de nederlagen der Hussietische beweging bleven Taborieten, Utraquisten en Waldenzen op verschillende punten een geestelijke eenheid vormen in Bohemen, waaruit vooral onder de machtige invloed van Peter Chelčicky in 1467 de Unitas Fratrum, Jednota bratrská, is voortgekomen. Oorspronkelijk heette zij Broederschap der Wet van Christus, d.i. van het Nieuwe Testament.

Eerst langzamerhand wijzigde zich de negatieve houding, die men tegenover cultuur en staat had, in een meer positieve en vervormde zich de navolging van Christus, ook doordat adel en andere intellectuelen zich aansloten en de Broederschap beschermden, tot een eigenlijke kracht in de samenleving. Voor en na hadden de Broeders echter zware, soms zeer zware vervolgingen te doorstaan en feitelijk waren zij formeel rechteloos. Lukas van Praag (gest. 1528) zette de Broederschap om in een kerk met ambten, waarvan hij het seniorschap over de overige vier bisschoppen op zich nam. Aan de Broeders is voor een belangrijk deel het begin ener Boheemse letterkunde te danken, hun Bijbelvertaling werd klassiek, hun onderwijs van de grootste betekenis. Luther was in het Godsdienstgesprek met Eek te Leipzig 1519, omdat hij sommige stellingen, waarop Huss was veroordeeld door het concilie van Constanz, voor goed Christelijk hield, door zijn tegenstander voor een beschermer der Boheemse Broeders uitgemaakt.

Juist het feit, dat dezen zich van de Kerk hadden los gemaakt, veroordeelde Luther echter. Lukas van Praag zocht aanraking met hem en zond zijn geschrift Von der siegreichen Wahrheit, beantwoord door de reformator met Vom Anbeten des Sakraments (1523); noch op het punt der sacramenten noch op dat van het hoofddogma der Reformatie is het ooit tot een eigenlijke eenheid tussen beide bewegingen gekomen. De Majesteitsbrief van keizer Rudolf II (1609) garandeerde hun de vrijheid slechts voor weinig jaren. Na de slag bij de Witte Berg (1620) en vooral door de onverzoenlijke ijver der Contra-Reformatie werden de Broeders uitgeroeid. Johann Amos Comenius was hun laatste bisschop. Resten weken uit naar Duitsland en vooral naar Herrnhut; men spreekt daarom van de Hernieuwde Broederschap.

Na de politieke omwenteling in 1918 hebben de meeste Tsjechische hervormde kerken de wortels van haar afkomst, voor zover historisch in de Unitas Fratrum terug te brengen, gaarne erkend. Uit de Herrnhutter Broederschap is een hernieuwde Boheemse Broederschap voortgekomen (1870), daarnaast bestaan andere vormen.

PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK

Lit.: Acta Unitatis Fratrum. Historia Fratrum. Dekrety Jednoty bratrské; J. Th. Müller, Gesch. der Böhm. Brüder, I 1922, II 1930; A.

Gindely, Gesch. der Böhm. Brüder (2 dln, Prag 1857-’58); I. Goll, Quellen und Untersuch. z. Gesch. der B. B. (2 dln, Prag 1878-’82).

< >