Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Boer, tjitze de

betekenis & definitie

Nederlands oriëntalist en wijsgeer (Wirdum 28 Mei 1866 - ’s-Gravenhage 11 Jan. 1942), promoveerde in 1893 te Straatsburg op het proefschrift Die Widersprüche der Philosophie nach al-Gazâlî und ihr Ausgleich durch Ibn Roschd, was tot 1897 conservator van het Fries Museum, bekleedde tot 1904 dezelfde betrekking aan de Universiteitsbibliotheek te Groningen en tot 1906 die van onder-bibliothecaris aan de Kon. Bibliotheek te ’s-Gravenhage.

Van 1906-1932 was hij hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef o.a. Geschichte der Philosophie im Islam (1901); (Eng. vert. 1903); De Wijsbegeerte in den Islam (1921) en geldt als een der bekendste autoriteiten op het gebied der Arabische Wijsbegeerte.Bibl. (behalve de genoemde geschriften): Nietzsche en de wetenschap (1906); De medicina mentis van den arts Razi (1920); Maimonides en Spinoza (1927); Amerikaansche denkers (1934).

< >