Het Boeginees (taal der Boeginezen) is een Indonesische taal, gesproken in bijna het gehele Z.W.-schiereiland van Celebes; met het aangrenzende Makassaars de enige taal van Celebes, waarin een literatuur van enige omvang en betekenis geschreven is.
Daar de Boegi’s als zeevaarders en handelaren buiten hun vaderland koloniën gesticht hebben van vaak vrij groot zielenaantal, heeft het Boeginees op andere talen van de Archipel en met name op de talen van Centraal-Celebes invloed uitgeoefend. Zelf heeft het invloed ondergaan van het Javaans en het Maleis, terwijl het via deze talen Sanskrit en Arabische woorden heeft opgenomen. Zowel in woordenschat als in woordvormen vertoont het Boeginees de meeste overeenkomst met het Makassaars, maar ook met de talrijke andere talen van Zuid- en Midden-Celebes heeft het veel gemeen. Sociale differentiaties komen er in voor, maar zij hebben zich niet, als in het Javaans, tot een systeem van „taalsoorten” ontwikkeld. Naast de taal van het dagelijkse leven, waarin verschillende dialecten onderscheiden kunnen worden, bestaat er een bijzondere taal, die bij religieuze plechtigheden door de priesters en priesteressen gebruikt wordt en waarin ook de literatuurproducten geschreven zijn, die buiten de sfeer van het dagelijkse leven vallen. Deze bijzondere taal heet wel oud-Boeginees, doch het schijnt juister te zijn haar priester- en dichtertaal te noemen, aangezien zij zich van het overige Boeginees hoofdzakelijk slechts onderscheidt als het ene dialect van het andere; het is nl. het dialect van Loewoe, waarin het populaire heldendicht I La Galigo geschreven is.
Het Boeginees wordt evenals het Makassaars geschreven met een van links naar rechts lopend eigen schrift, dat tot de uit het Voorindische Pallawa-schrift afgeleide alphabetten behoort.
De Boeginese literatuur is nog volstrekt niet geheel toegankelijk. Enkele epische verhalen, die gebeurtenissen uit de periode van de definitieve vestiging van het Nederlandse gezag behandelen, zijn in tekst, vertalingen en aantekeningen uitgegeven door Matthes, die de eerste en ijverigste beoefenaar van het Boeginees is geweest. G. K. Niemann gaf in tekst met aantekeningen, doch zonder vertaling, de geschiedenis van Tanette uit, terwijl hij een verhandeling schreef over het Boeginese adatwetboek Latowa. R. Brandstetter leverde een vertaling met commentaar van de geschiedenis van Indjilai en van het verhaal van de stichting van Wadjo, stukken uit de Chrestomathie, die Matthes in tekst, maar zonder vertaling, publiceerde en waarin men allerlei fragmenten vindt: brieven, stukken over magie en wichelarij, bezweringszangen en rituele belezing van bouwmaterialen, kinderliedjes, krijgszangen, mystieke liederen, Mohammedaanse literatuur van het type, dat ook elders in de Archipel voorkomt, en stukken uit Latowa en I La Galigo.
Dit laatste is een zeer uitvoerig, hoofdzakelijk mythologisch dichtwerk, product van literaire activiteit van vele generaties en vooral door vorstelijke vrouwen overgeleverd. Het geeft een verhaal van de lotgevallen van de afstammelingen van Batara Goeroe, zoon van de Heer des Hemels, en de dochter van de Heer der Onderwereld. Batara Goeroe vestigt zich te Loewoe, vanwaar de beschaving zich verbreidt. De compositie van dit product van hofkunst is bewonderenswaardig. De Boeginezen schrijven aan de voordracht er van (onder muzikale begeleiding) zegenrijke kracht toe. De verzamelde handschriften zijn door Matthes beschreven en meer diepgaand behandeld door R.
A. Kern.
PROF. DR J. GONDA
Lit.: B. F. Matthes, Boegineesche Spraakkunst (Amsterdam 1875); Idem, Boegineesch-Hollandsch Woordenboek met Hollandsch-Boegineesche woordenlijst enz. (’s-Gravenhage 1874, met suppl. 1889 en ethnol. atlas); Idem, Boegineesche Chrestomathie (Makassar 1864 en Amsterdam 1872, met aant. Amsterdam 1872); enkele tekstuitgaven van Matthes; Idem, Kort verslag aangaande ... Boegineesche handschriften enz. (Amsterdam 1875, vervolg 1881); G. K.
Niemann, Geschiedenis van Tanette (’s-Gravenhage 1883); Idem, De Latowa, Bijdr. Kon. Inst., dl 32 (1884), blz. 198 vlgg. en andere stukken in dit tschr.; R. Brandstetter, Die Gesch. von König Indjilai (Luzern 1895); Idem, Die Gründung von Wadjo (Luzern 1896); Idem, Drei Abhandlungen über das Lehnwort, II, III (Luzern 1900); Idem, Sprachvergleich. Charakterbild eines Indones. Idiomes (Luzern 1911); A Code of Bugis maritim Laws (Singapore 1832); J. van der Kley, Nederlandsch-Boegineesche samenspraken met verklaringen en woordenlijst in Latijnsch karakter (Batavia 1911).