Chin.: Ta-mo, de naam van de eerste Chinese „patriarch” van het Boeddhisme. Omstreeks 520 zou hij via Canton in China gekomen zijn.
Ontboden door keizer Woe van de Liang-dynastie, die in Nanking zetelde, beledigde hij deze vorst door de bewering dat verdienste niet lag in het doen van goede werken doch slechts in reinheid en wijsheid. In zijn levensbeschrijving zijn vele legendarische elementen. Aan hem wordt de stichting toegeschreven van de Chinese Dhyâna-school (Chin.: Tsj’en, Jap.: Zen), die aan meditatie grote waarde toeschreef. Deze wordt tegenwoordig meestal beschouwd als een echt Chinese ontwikkeling van het Boeddhisme.Door gelijkenis van de naam is hij vroeger soms verward met de Heilige Thomas.
