Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bleiswijk

betekenis & definitie

is een Zuidhollandse gemeente ten N. van Rotterdam met een oppervlakte van 2166 ha en (1946) 2838 inw., waarvan (1930) 68 pct Prot. en bijna 32 pct R.K. De bodem bestond vroeger geheel uit laagveen, dat, weggebaggerd, behalve enige wegen, slechts plassen achterliet.

In het begin der 18de eeuw begon men deze veenplassen te bedijken en droog te maken: vooral tussen 1772 en 1782 werd veel land ingepolderd. Thans is bijna 90 pct van de gemeente cultuurgrond, waarvan 65 pct bouwland, 25 pct grasland en 10 pct tuingrond. Landbouw en tuinbouw zijn de hoofdmiddelen van bestaan. De gemeente omvat het dorp Bleiswijk (1930: 1800 inw.) en de buurt de Kruisweg (243 inw.). In de 12de eeuw was Bleiswijk een heerlijkheid, welke aan Jacob van Wassenaar behoorde; in 1582 kwam het in het bezit van de stad Rotterdam, welke vele plassen liet inpolderen.

< >