Freiherr von, Duits generaal der cavalerie (Bellmannsdorf 30 Jan. 1844-Trois Fontaines bij Brussel 18 Apr. 1917), was reeds op pensioen gesteld toen hij als opvolger van von der Goltz, die naar Turkije geroepen werd, in Nov. 1914 werd benoemd tot gouverneur-generaal van het bezette België.
Door ondersteuning van het Vlaamse activisme trachtte hij een splitsing in het Belgische volk tot stand te brengen ter bevordering van Duitslands naoorlogse oogmerken, waartoe een blijvende bezetting van de Belgische Noordzee-kust behoorde. Onder zijn bewind werd de universiteit van Gent vervlaamst, de Raad van Vlaanderen, een vertegenwoordiging bij de Duitse bezetting onder voorzitterschap van August Borms, opgericht, en de administratieve deling van België in een Vlaams en een Waals gedeelte tot stand gebracht. Hij schreef: Ausbildung, Führung und Verwendung der Reiterei (1905).
Lit.: Das Testament Bissings („Das grössere Deutschland”, Heft 20,1917); Deutsches Biographisches Jahrbuch 1917/’20(1928).