Heilige, dochter van ridder Birger (Birgitta = Birger’s dochter), uit een zeer aanzienlijk geslacht (Finstad, bij Uppsala, ca 1303 - 23 Juli 1373), trad zeer jong in het huwelijk met Ulf Gudmarsson, die landvoogd werd van Närike. Zij schonk hem 8 kinderen, waaronder te noemen valt de H.
Catharina van Zweden. Na de dood van haar gemaal, in 1344, begon zij met de oprichting van een nieuwe orde met eigen regel en werden haar visioenen talrijker dan ooit. In het Heilig Jaar 1350 kwam zij naar Rome en verbleef er voortaan. Met een vrijmoedigheid, aan profeten eigen, drong zij bij de pausen Urbanus V en Gregorius XI aan om definitief Avignon voor Rome te verlaten; de weifelingen van de kant van deze pausen en het politiek gekuip in de Christelijke landen konden haar nooit ontmoedigen. Met een pelgrimstocht naar het Heilige Land bekroonde zij haar aardse loopbaan en kwam te Rome sterven. Kort daarop werd haar lichaam (behalve een arm) in triomf overgebracht naar Vadstena in Zweden en reeds in 1391 werd zij door paus Bonifatius IX plechtig heilig verklaard. Haar feestdag is 8 Oct.Lit.: R. Steffen, Uit de geschriften der h. B. v. Zw. (vertaald door D. Logeman-van der Willigen, Bussum 1914); G. Binder, Die heilige B. v.
Schw. und ihr Klosterorden (1891); J. Collijn, Iconographia Birgittina typographica (Stockholm 1915 vlg.); E. Fogelklou, B. (1919); T. Schmid, B. och hennes uppenbarelser (1940).