(in het Baskisch: Ibaizabel) is de hoofdstad van de Spaanse provincie Vizcaya en telt (1940) 195.186 inw. Het is een belangrijke haven- en handelsplaats, in het dal van de bevaarbare Nervion gelegen, die de stad in Bilbao la Vieja (Oud-Bilbao met de 14de eeuwse kerk van Santiago) aan de linker-, en het vooral sedert 1874 zeer uitgebreide „nieuwe” Bilbao of Ensanche aan de rechteroever verdeelt.
Beide delen staan door vier bruggen met elkander in verbinding. De stad is door spoorwegen met Tudela, San Sebastian en de beide voorhavens Portugaleta en Las Arenas verbonden. Het nieuwe Bilbao is stervormig gebouwd; het centrum vormt de Plaza de Lopez de Haro. Ook de grote spoorwegstations liggen in dit nieuwe gedeelte. Als handels- en industrieplaats dankt het vnl. zijn belangrijkheid aan de ijzerertslagen aan de linkeroever der Nervion. Dit ijzererts wordt gedeeltelijk reeds in Bilbao verwerkt (Altos Hornos), maar voor het grootste gedeelte naar het buitenland vervoerd.
De haven is sedert 1878 door de normalisering van de rivier, waarlangs nu ook zeeschepen Bilbao kunnen bereiken, veel verbeterd. In 1938 bedroeg het aantal binnengekomen schepen 2341, die 1,3 millioen ton goederen aanbrachten (vooral hout, steenkolen, machines, chemische producten en textiel); er vertrokken 2412 schepen, die 1,1 millioen ton goederen vervoerden (vooral ijzererts en ruw ijzer). De industrie omvat staalwerken, ijzergieterijen, molens, fabrieken voor papier, biscuit, conserven, cement, leder enz. Bilbao bezit o.a. een Katholieke universiteit (in Deusto), een marineschool en een zeevaartschool.Bilbao werd in 1300 door Diego Lopez de Haro op de plaats van het Flaviobriga der Oudheid gesticht; de stad ontwikkelde zich spoedig door haar gunstige ligging. Van de binnenlandse oorlogen in Spanje had zij doorgaans weinig last, meer echter van de oorlogen tegen Frankrijk. In de Carlisten-oorlogen werd zij in 1835 en opnieuw in 1873-’74 tevergeefs door de Carlisten belegerd. Ook later hebben de Carlisten meer dan eens beproefd, zich van de stad meester te maken, steeds echter zonder succes.
In de Spaanse burgeroorlog was Bilbao tijdelijk zetel van een autonome Baskische regering onder Aguirre, totdat de stad na hevige bombardementen en hardnekkige verdediging der regeringstroepen op 20 Juni 1937 door Franco’s legers werd veroverd.