Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BIJENETERS

betekenis & definitie

(Meropidae), vogels vormende een der families van de orde der Scharrelaars (L.), bezitten een zeldzaam fraaie verendos en zijn zeer eigenaardig gebouwd. Het lichaam is zeer lang gerekt, de snavel langer dan de kop, aan de wortel tamelijk dik, van voren spits, onder en boven zacht gebogen met scherpe kanten en rug.

De poten zijn klein en kort, van de drie tenen zijn de middelste en de buitenste bijna over de gehele lengte aaneengegroeid, de klauwen zijn lang en scherp en de staart is lang. De veren zijn kort en enigszins hard, doch prachtig gekleurd. Beide geslachten vertonen weinig verschil. De bijeneters behoren in de Oude Wereld thuis, van Midden- en Zuid-Europa tot Australië; zij zijn vooral talrijk in Afrika.De Europese bijeneter (Merops apiaster), die het zuidelijk gedeelte van ons continent, en wel als geregelde zomergast, bewoont, maar ook wel in Duitsland zelfs broedende wordt aangetroffen, is een der fraaiste. Een enkele maal verdwaalt hij ook naar Nederland. Kop, hals en het bovenste gedeelte van de rug zijn roodbruin gekleurd, terwijl zich op iedere vleugel een brede streep van dezelfde kleur bevindt. Het achterste gedeelte van de rug is lichtgeel, de vleugels en de staart zijn groen, en de middelste staartveren, die langer zijn dan de andere, hebben zwarte punten.

Het voorhoofd is lichtgroen en wit, de borst is helder geel en wordt door een blauwe streep van de blauwgroene onderzijde van het lichaam gescheiden. De naam bijeneter is zeer juist gekozen, want in Spanje blijken deze vogels een ware plaag voor de bijenhouder, daar zij de werkbijen bij het in- en uitgaan der korven vangen. De vogel bereikt een lengte van 26 cm, leeft gezellig in grote scharen en bouwt geen bepaald nest, maar legt de eieren — 4 of 6 en glanzend wit — in gangen van 1 -3 m lengte, die loodrecht of scheef naar beneden in leemhellingen gegraven worden en aan het benedeneinde in een hol eindigen. Behalve op bijen, maakt hij ook op wespen, libellen, kevers, muggen, vliegen, sprinkhanen enz. jacht, die in de vlucht gevangen of wier nesten door hem geplunderd worden.

Hij is dus in dit opzicht een nuttige vogel. Ongelukkigerwijze schijnt het vlees van deze vogel in de smaak te vallen en zijn de veren als sieraad van hoeden gezocht. De vervolging dagtekent dan ook reeds van oude datum.

Ook in de Indische Archipel komen verschillende soorten van het geslacht Merops voor, zo bijv. Merops superciliosus javanicus, die op de grote Soenda-eilanden leeft, groen van kleur is met een blauwe staart, gele keel en een bruine borst. Mercps viridis is groen en mist de gele keel en de bruine borst. Een donkere band onder de keel. Ook deze soort komt op de grote Soenda-eilanden voor. Nyctiornis amictus komt op Sumatra en Borneo voor. Deze soort is groter en onderscheidt zich door de lange borstveren.

Kleur groen, kop paars, keel rood.

< >