Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Biechtgeheim

betekenis & definitie

(sigillum confessionis, lett.: zegel der biecht) noemt men de plicht van de biechtvader om onvoorwaardelijk alles geheim te houden, wat hij door iemands sacramentele biecht te weten komt en de plicht buiten de biecht nooit ten nadele van de biechteling gebruik te maken van de kennis in de biecht verkregen. De plicht van het biechtgeheim grondt zich zowel op het natuurrecht (schending van geheimen), als ook en meer nog op het positief goddelijk recht (vanwege de oddelijke instelling van de biecht).

Vanouds heeft de Kerk dan ook die plicht de priesters ingeprent en over de vervulling daarvan gewaakt. Het 4de Lateraanse Concilie en het Kerkelijk Wetboek stelden op de schending van het biechtgeheim de zwaarste kerkelijke straf, nl. de kerkelijke ban, waarvan alleen de paus kan ontslaan. Volgens het kerkelijk recht kan de biechtvader door geen staatsmacht of rechtbank gedwongen worden iets mede te delen van hetgeen hij onder biechtgeheim vernomen heeft. Wel hebben sommige staten wetten uitgevaardigd met die bepaling in strijd, maar de R.K. Kerk heeft die nooit erkend.Lit.: Kerk. Wetboek can. 889, 890 en 2369.

< >