Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bidault, georges

betekenis & definitie

Frans staatsman (Moulins, dept. Allier, 5 Oct. 1899), speelde vóór Wereldoorlog II een belangrijke rol in de katholieke jeugdbeweging, was leraar in de geschiedenis en schreef artikelen in het katholieke dagblad L’Aube. Bij het uitbreken van de oorlog gaf hij zich op als vrijwilliger, werd in Mei 1940 gevangen genomen, doch een jaar later vrijgelaten.

Onmiddellijk ging hij toen in het ondergrondse verzet tegen de Duitse bezetter. In deze periode ontwikkelde hij met zijn geestverwanten zijn denkbeelden omtrent een militant, doch democratisch katholicisme, waaruit na Frankrijks bevrijding de nieuwe grote partij, de Mouvement Républicain Populaire (M.R.P.), waarvan hij een van de voormannen zou worden, zou ontstaan. In de Nationale Verzetsraad, waarvan hij weldra voorzitter werd, vertegenwoordigde hij het Christelijke verzet, belichaamd in de illegale organisatie „Combat”. In deze hoge functie begroette hij in Aug. 1944 namens het bevrijde Frankrijk generaal De Gaulle, toen deze zijn zegetocht in het uit eigen krachten bevrijde Parijs deed.Overigens bleken zijn ideeën over Frankrijks vernieuwing niet te stroken met die van de conservatievere en autoritaire De Gaulle, die hem echter toch in Sept. 1944 als minister van Buitenlandse Zaken opnam in zijn voorlopige regering.

In deze functie, die Bidault in bijna alle opeenvolgende regeringen behield, trachtte hij Frankrijk, dat, door de oorlog verzwakt, niet in staat was veel gewicht in de schaal te leggen, een bemiddelende rol te doen spelen op de vele internationale conferenties, die na Wereldoorlog II in de verschillende hoofdsteden plaats vonden. Hiertoe was hij trouwens alleen al daarom gedwongen, omdat de communisten in de Franse regering geen gedragslijn zouden dulden, die verder van het Russische standpunt zou afwijken. Op de conferentie te Moskou in het voorjaar van 1947 gaf hij echter van een steeds grotere solidariteit met de Westelijke mogendheden blijk, welke zich uitte in een verzachting van Frankrijks eisen t.a.v. Duitsland, de vorming van een „Westelijke Unie” met Engeland, België, Nederland en Luxemburg en een krasser optreden tegen Rusland (uitwijzing van Russen enz.). Enerzijds werd hij hiertoe min of meer gedwongen door Frankrijks grote financiële afhankelijkheid van de hulp der V.S., anderzijds werd hem deze kentering gemakkelijk gemaakt door de verbanning van de communisten uit de regering. Van Juni tot Nov. 1946 was hij tevens minister-president en, daar Frankrijk nog steeds geen grondwet had, ook staatshoofd.

< >