Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

AUBE

betekenis & definitie

(1), Frans departement in het bekken van Parijs, met, op 6026 km2 (1936) 239 563 inw. (afnemend: 1876: 255 217; 1906: 243 670). Naar de bodemgesteldheid valt het in twee verschillende delen uiteen, nl. in een N.W. deel (Champagne Pouilleuse), waar de dorre krijtrots met een dunne aardlaag is bedekt, en het Z.O. deel met vruchtbare dalen en vele wijngaarden, vooral langs de alluviale oevers der hoofdrivieren, de Seine en de Aube.

Het klimaat is zacht, vochtig, veranderlijk, doch gezond. Het onvruchtbare N. is alleen voor veeteelt geschikt, in het Z. heeft men goede bouwen weilanden, aismede bossen. Het bouwland neemt ± ⅔ van de bodem in. De hoofdstad van het dep. is Troyes.(2), een rechterzijrivier der Seine, ontspringt bij Praslay op de hoogvlakte van Langres en heeft haar mond boven Pont-sur-Seine. De lengte is 248 km; vlotbaar is zij van Rouvres af, bevaarbaar van Arcis af (45,1 km). Rechterzijrivieren zijn de Aujon en de Voire.

< >